De hoogte van de kinderopvangtoeslag is in 2023 niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat deze voorwaarde voor de kinderopvangtoeslag los via het Besluit kinderopvangtoeslag 2023 (hierna ‘het Besluit’).
Het Besluit is op 22 februari online gepubliceerd ter consultatie. Het loslaten van de koppeling gewerkte uren is een van maatregelen die in het coalitieakkoord is afgesproken.
Tot nu toe is de hoogte van kinderopvangtoeslag mede afhankelijk van het aantal uren van de ouder die het minst werkt. De koppeling aan de gewerkte uren is voor veel ouders een ingewikkelde voorwaarde. Met name voor ouders met onregelmatige werktijden, zoals ondernemers, is het lastig in te schatten hoeveel uren per maand diegene werkt. Dit kan ertoe leiden dat ouders te maken krijgen met hoge terugbetalingen en de arbeidsparticipatie belemmeren. Het kabinet neemt deze belemmering weg, zodat het voor ouders met jonge kinderen gemakkelijker wordt om te werken.
Indexatie uurprijzen
In het Besluit wordt ook de indexatie van de maximum uurprijzen en toetsingsinkomens in de kinderopvangtoeslag geregeld. Indexatie voorkomt negatieve inkomenseffecten voor ouders als gevolg van loon- en prijsstijgingen.
Bekostiging intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang
Het Besluit regelt ook de bekostiging van de intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang. Het kabinet heeft eerder aangegeven het toezicht te willen intensiveren om de kwaliteit van de gastouderopvang beter te kunnen garanderen. Gemeenten kunnen door het extra geld de frequentie en reikwijdte van het toezicht onder gastouders vergroten. Door de intensivering van toezicht en handhaving stijgen de structurele uitgaven aan de kinderopvangtoeslag met € 6,4 miljoen.
De kosten hiervan worden betaald door ouders die gebruik maken van gastouderopvang. Zij profiteren immers ook van de beter beschermde kwaliteit. De maximum uurprijs voor de gastouderopvang wordt verlaagd met € 0,15.