Hulpmiddel voor beleidsmakers

Nederland heeft in 1995 het Kinderrechtenverdrag ondertekend en is daarmee verplicht bij alle wetten en regels rekening te houden met kinderrechten. Het VN-Kinderrechtencomité, de internationale toezichthouder op de naleving van het verdrag, riep Nederland in 2022 op hiervoor een Kinderrechtentoets te gebruiken. Daarom heeft de Kinderombudsman een Kinderrechtentoets ontwikkeld. En zal de Kinderombudsman het gebruik van de toets aanjagen. De toets is een hulpmiddel waarmee beleidsmakers in vier stappen de belangen van (groepen) kinderen in kaart kunnen brengen bij nieuwe wetten en beleid. En ook bestaand beleid kunnen zij toetsen. Staatssecretaris Struycken: “De kinderen van vandaag leven straks als volwassenen in de wereld van morgen. Daarom moeten we regels maken waarbij we goed rekening houden met kinderen. Dit begint met goed luisteren. Maar ook dat kinderen de kans gegeven moet worden om te zeggen wat ze willen zeggen. De kinderrechtentoets helpt hierbij.”

Kinderen nog te vaak buiten beeld

Margrite Kalverboer: “Als ik over een paar jaar terugkijk op mijn werk als Kinderombudsvrouw, ben ik tevreden als we kinderrechten standaard meenemen in álle wetten en beleid. Hiermee besparen we onszelf reparaties achteraf en daarmee veel kinderleed. Kinderen blijven nu nog veel te vaak buiten beeld. Daarom is het belangrijk om de toets óók te gebruiken bij voorstellen waarbij het op voorhand niet meteen duidelijk is dat ze over kinderen gaan. Denk aan de mogelijke uitbreiding van Schiphol. Wat betekent de extra geluidsoverlast voor de ontwikkeling van kinderen die er in de buurt wonen? Kunnen zij zich nog concentreren op school?”

Een vaste plek voor kinderrechten

Om de belangen van kinderen letterlijk zichtbaar te maken,  gaf Margrite Kalverboer tijdens de Kinderpersconferentie het eerste exemplaar van een speciale Kinderrechtenstoel aan de staatssecretaris voor Rechtsbescherming. De stoel is een blijvende herinnering om kinderrechten een vaste plek te geven in beleid en wetgeving. Alle ministeries krijgen een variant van deze stoel. Ook komt er een vervolg bij provincies en gemeenten.