Kinderen, gezinnen en huishoudens wachten vaak nog lang op actie vanuit Veilig Thuis. Ze krijgen niet op tijd de hulp die nodig is om hun thuissituatie weer veilig te maken. Hierdoor leven zij te lang met een constante dreiging van huiselijk geweld of kindermishandeling. De lange wachttijd leidt tot angst, onzekerheid en stress. Alleen bij acute onveiligheid wordt een melding meteen opgepakt door Veilig Thuis. Dit concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De inspectie voerde toezicht uit bij 3 van de 25 Veilig Thuis-organisaties en vroeg informatie op bij alle Veilig Thuis-organisaties.

Het lukt Veilig Thuis-organisaties nog steeds nauwelijks om de taken waar wettelijke termijnen voor zijn op tijd uit te voeren. Een aantal Veilig Thuis-organisaties lukt dit zelfs minder goed dan vorig jaar. Alleen als Veilig Thuis na een eerste screening constateert dat sprake is van acute onveiligheid, wordt een melding meteen opgepakt. Andere meldingen moeten wachten. Dit zijn ook meldingen over ernstige structurele mishandeling of verwaarlozing.

Door het lange wachten is er een constante dreiging van huiselijk geweld of kindermishandeling. Ook stopt of vertraagt de hulpverlening voor kinderen, gezinnen en huishoudens. Melders vertelden de inspectie dat ze twijfelen of het wel zin heeft om te melden bij Veilig Thuis.

Wachttijden

De inspectie maakt zich ernstig zorgen over de kinderen, gezinnen en huishoudens voor wie niet tijdig een veiligheidsbeoordeling of onderzoek wordt uitgevoerd. “De voorbeelden van onrust en onveilige situaties bij deze gezinnen en huishoudens zijn stuk voor stuk schrijnend. We vragen de Veilig Thuis-organisaties en hun ketenpartners zich vooral niet alleen te richten op het wegwerken van hun eigen wachtlijsten. Want een huishouden is niet geholpen als het wordt doorgeschoven van de wachtlijst van Veilig Thuis naar de wachtlijst van bijvoorbeeld vrijwillige hulpverlening. Het is aan alle betrokken partijen om te zorgen dat de kinderen, gezinnen en huishoudens tijdig passende hulp en bescherming krijgen,” zegt Angela van der Putten, hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg bij de IGJ.

Uit de informatie van de Veilig Thuis-organisaties over 2024 blijkt dat het maar 5 Veilig Thuis-organisaties lukt om ten minste 80% van de meldingen binnen de wettelijke termijn te beoordelen. Slechts één Veilig Thuis-organisatie wist alle onderzoeken binnen de wettelijke termijn van tien weken af te ronden.

Verantwoordelijkheid regio

De inspectie ziet een aantal oorzaken die een rol speelden bij de 3 bezochte Veilig Thuis-organisaties Amsterdam-Amstelland, Gelderland-Midden en West-Brabant. Sommige oorzaken kunnen niet alleen door Veilig Thuis worden opgelost. Deze zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen rond kinderen, gezinnen en huishoudens in een regio, zoals (jeugd)zorgorganisaties, maatschappelijk werk en gemeenten.
Een greep uit de oorzaken:

  • Een structurele toename van de instroom (en soms ernst) van meldingen.
  • Onvoldoende deskundigheid en beschikbaarheid van de lokale hulpverlening. Het lukt Veilig Thuis daardoor onvoldoende om meldingen tijdig over te dragen aan ketenpartners.
  • Onvoldoende inzet van personeel op de primaire taken van Veilig Thuis.

Hoe verder

De inspectie heeft de 3 onderzochte regio’s Veilig Thuis opdracht gegeven een plan te maken om meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling tijdig te beoordelen, en tijdig op te volgen. Hierbij moeten ook ketenpartners en opdrachtgevende gemeenten worden betrokken. De inspectie heeft de overige 22 Veilig Thuis-organisaties gevraagd ook zo’n een plan te maken. De inspectie kan beslissen om toezicht uit te voeren bij een Veilig Thuis-organisatie op basis van signalen of meldingen.