De Tweede Kamer blijft bezorgd over de manier waarop de regering de gesubsidieerde rechtsbijstand op de schop wil nemen. Het kabinet wil dat doen, zonder extra geld uit te trekken voor de sociale advocatuur, maar meerdere partijen in de Kamer drongen er donderdag op aan op korte termijn met maatregelen te komen.
Niet alleen de oppositie is kritisch over de plannen van minister Sander Dekker (Rechtsbescherming). Ook bij coalitiepartijen leven al langer zorgen. D66 en ChristenUnie drongen er donderdag bij de regering op aan zo snel mogelijk op een rijtje te zetten waar de “nood het hoogst is” in het systeem en snel met maatregelen te komen. Extra geld sluiten de partijen daarbij niet uit, in tegenstelling tot wat in het regeerakkoord is afgesproken.
Kamerlid Michiel van Nispen (SP) deed een concrete oproep de tarieven voor komend jaar te verhogen. Zijn oproep werd gesteund door de meeste oppositiepartijen, maar niet door de coalitie.
Een commissie onder leiding van een oud-rechter, die in opdracht van het kabinet onderzoek deed naar de rechtsbijstand, concludeerde in 2017 dat er in het systeem sprake is van “ernstig achterstallig onderhoud” en er geld bij moet.
De Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) stapte vorig jaar al uit het overleg met minister Dekker. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) volgde donderdag. Verder overleg met Dekker “is zinloos”, omdat “Dekker niet gevoelig is voor argumenten om op korte termijn iets aan de financiële nood te doen”, aldus de NOvA.
De beroepsgroep klaagt al langer dat de tarieven voor advocaten in de sociale advocatuur veel te laag zijn. Ook zijn de advocaten bezorgd over andere aspecten van Dekkers plannen. Een nog op te tuigen ‘poortwachter’ moet gaan bepalen of iemand recht heeft op gesubsidieerde rechtsbijstand. Tegenstanders denken dat op deze manier vooral armere mensen toegang tot de rechter wordt ontzegd.