Het kabinet zal zich donderdag moeten verantwoorden tegenover een uiterst kritische Kamer over de kinderen die uit huis zijn geplaatst van ouders die slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal. Op aandringen van de Kamer zal premier Mark Rutte bij het debat aanwezig zijn.
Woensdag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat er tussen 2015 en 2021 in totaal 1675 kinderen uit huis zijn geplaatst. Dat aantal was hoger dan het eerder gepubliceerde cijfer van 1115. Overigens hebben intussen ook meer mensen zich als gedupeerde gemeld. Volgens het statistiekbureau ligt het werkelijke aantal mogelijk hoger. Van de uit huis geplaatste kinderen woonden er 555 aan het eind van 2021 nog altijd niet bij hun ouders of verzorgers.
Naast Rutte zullen verder minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) en de staatssecretarissen Aukje de Vries (Toeslagen) en Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) het woord voeren. De Tweede Kamer zal de bewindslieden kritisch bevragen over de mate waarin het kabinet actie heeft ondernomen om de kinderen te herenigen met hun ouders.
Eind maart kwam het kabinet met een extra ondersteuningsteam waar gedupeerden zich bij kunnen melden. Ook kunnen slachtoffers gebruik maken van een gespecialiseerde advocaat om zich te verweren tegen uithuisplaatsing. Hiervoor wordt een subsidieregeling opgetuigd. Maar al langer is er kritiek op het tempo van het kabinet. Meer dan een half jaar geleden kwamen de eerste cijfers van het CBS over deze groep al naar buiten.
Het kabinet benadrukt steevast de complexiteit van de zaken. Ook het recent in het leven geroepen ondersteuningsteam zei woensdag in de Volkskrant dat het “intense processen” zijn. Als kinderen wel terug kunnen worden geplaatst bij hun ouders, zal dit geleidelijk gaan, aldus het team.