Het kabinet kijkt wat het kan doen om te voorkomen dat de plannen voor bijna gratis kinderopvang tot meer schaarste en sterk stijgende prijzen leiden, en neemt daar op zijn vroegst komend voorjaar een besluit over. Het ziet geen reden af te zien van het voornemen om vanaf 2027 vrijwel alle kosten voor alle ouders te vergoeden.

Het nieuwe stelsel leidt “vrijwel zeker” tot een hogere vraag, erkennen de staatssecretarissen Jurgen Nobel (Participatie) en Nora Achahbar (Toeslagen). Mede daarom besloot het vorige kabinet de invoering ervan, die aanvankelijk al volgend jaar was voorzien, op de langere baan te schuiven.

Nobel en Achahbar zien dat stijgende prijzen vooral ouders met een laag inkomen zullen treffen. Zij krijgen nu al het overgrote deel van hun kosten terug via de kinderopvangtoeslag en profiteren financieel dus nauwelijks van het nieuwe stelsel waarin de opvang voor iedereen bijna helemaal wordt vergoed.

Een voordeel voor alle ouders is dat het stelsel veel eenvoudiger wordt. De kinderopvangtoeslag verdwijnt en daarmee ook de verrekening achteraf die in de praktijk tot hoge terugvorderingen kan leiden. Kinderopvangorganisaties worden straks rechtstreeks door de overheid gefinancierd, met een beperkte eigen bijdrage door de ouders.

Als uitvoerder van het nieuwe stelsel denkt het kabinet aan de Dienst Toeslagen. Die beschikt al over de juiste expertise, bijvoorbeeld waar het gaat om de gegevensuitwisseling met kinderopvangorganisaties. Tegelijkertijd erkennen de staatssecretarissen dat dit “een grote opgave” is waarvan de gevolgen eerst in beeld moeten worden gebracht.

De Dienst Toeslagen – toen nog onderdeel van de Belastingdienst – speelde een hoofdrol in het schandaal rond de kinderopvangtoeslag. Door een ontspoorde fraudejacht werden tienduizenden ten onrechte geconfronteerd met soms zeer hoge terugvorderingen. De overheid is al jaren bezig met een miljardenoperatie om dit recht te zetten.