Het kabinet maakt in de Voorjaarsnota extra geld vrij waarmee gemeenten sociaal ontwikkelbedrijven beter kunnen organiseren. Het gaat om een bedrag van bijna € 600 miljoen voor de periode 2025-2034. Met al eerder toegezegde middelen voor onder meer de financiering van beschut werk, gaat er de komende jaren in totaal ongeveer een miljard euro naar de sociaal ontwikkelbedrijven. Ook daarna blijft er structureel extra geld beschikbaar.
Sociaal ontwikkelbedrijven richten zich op het aan het werk helpen en houden van mensen met een arbeidsbeperking die niet direct bij reguliere werkgevers aan het werk kunnen. Sinds de invoering van de Participatiewet in 2015 hebben deze bedrijven te maken met verschillende veranderingen. Ze moeten niet alleen werk bieden aan mensen die niet direct bij reguliere werkgevers kunnen werken, maar ook steeds meer mensen begeleiden naar reguliere banen. Dit brengt financiële druk met zich mee en vereist aanpassingen in de bedrijfsvoering. Met de extra investeringen wil het kabinet sociaal ontwikkelbedrijven daarom meer stabiliteit en continuïteit bieden voor de lange termijn, waardoor zij meer ruimte hebben om banen te realiseren voor werknemers met een arbeidsbeperking.
Pakket aan maatregelen
Minister Schouten heeft eind vorig jaar een uitgebreid pakket aan maatregelen gepresenteerd om gemeenten te ondersteunen bij het versterken van deze bedrijven. Het gaat onder andere om initiatieven om beschut werk te bevorderen en het opzetten van een duurzame infrastructuur voor de sociaal ontwikkelbedrijven. Gemeenten kunnen financiële steun krijgen voor plannen die zij indienen en gebruikmaken van ondersteuningsprogramma’s. Ook wordt een structurele basisfinanciering ingevoerd.
Compensatie lage inkomensvoordeel
Het kabinet heeft in het kader van de voorjaarsbesluitvorming ook besloten om gemeenten te compenseren voor de afschaffing van het lage-inkomensvoordeel (LIV) per 2025. Sociaal ontwikkelbedrijven kunnen het wegvallen van het LIV financieel niet opvangen. Daarom ontvangen gemeenten vanaf 2025 volledige compensatie via het gemeentefonds. Structureel gaat het om € 16,8 miljoen per jaar.