Het kabinet wil inzetten op een sociale, hoogwaardige en innovatieve economie, waarin arbeidsmigratie tegen lage lonen en onder slechte omstandigheden wordt beperkt. Dat schrijft minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer. Daarmee zet het kabinet de 1e stappen naar een selectiever en gerichter arbeidsmigratiebeleid. Dat vergt scherpe keuzes, die de omvang en samenstelling van arbeidsmigratie beïnvloeden.
Inzicht in cijfers
Voor de gerichte sturing op verschillende vormen van migratie, waaronder arbeidsmigratie, is een stevige cijfermatige basis randvoorwaardelijk. Daarom hebben het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Asiel en Migratie eerder aan het CBS opdracht gegeven om een dashboard Migratiemotieven te ontwikkelen en deze jaarlijks te actualiseren. De belangrijkste cijfers zijn met de Tweede Kamer gedeeld.
Op 31 december 2022 waren er 288.065 arbeidsmigranten (mensen met het migratiemotief arbeid) vanuit de EU en buiten de EU in Nederland, in totaal kwamen 140.890 gezinsmigranten mee met deze groep. Deze mensen kunnen sinds 1999 naar Nederland zijn gekomen, gedetacheerde werknemers en personen die ingeschreven staan als niet-ingezetene zijn niet in deze cijfers meegenomen. In 2022 kwamen 46.700 arbeidsmigranten naar Nederland vanuit de EU. Daarnaast kwamen 28.745 arbeidsmigranten binnen van buiten de EU. Ook gezinsleden kwamen met de arbeidsmigranten mee.
Maken van richtinggevende keuzes voor arbeidsmigratie, economie en arbeidsmarkt
De belangrijkste nieuwe richting die dit kabinet inslaat is het toewerken naar keuzes rondom economie en arbeidsmarkt. Er worden nu meerdere stappen gezet die het mogelijk maken om volgend jaar een aantal richtinggevende keuzes te maken. Die keuzes moeten bijdragen aan het realiseren van een sterke economie en om antwoord te geven op de vraag welke arbeidsvraag we als wenselijk zien en welke niet. Vanuit arbeidsmarktkrapte en andere schaarstes in onze economie wordt bekeken op welke manier de overheid de vraag naar arbeid stimuleert. Het kabinet laat daartoe een doorlichting uitvoeren naar de gevolgen van huidige subsidies en fiscale regelingen.
Ook worden de maatschappelijke kosten en baten van arbeidsmigratie meegenomen en wordt de impact op sectoren die veel gebruik maken van arbeidsmigranten inzichtelijk. Het eindrapport met concrete beleidsopties wordt in juni 2025 verwacht.
Daarnaast vraagt het kabinet de SER om deze zomer een advies uit te brengen over welke keuzes met betrekking tot de economie en arbeidsmarkt zij noodzakelijk en wenselijk achten om minder afhankelijk te worden van laag betaalde arbeidskrachten. Hierbij ligt ook de vraag op tafel of het vaststellen van cijfermatige bandbreedtes helpt om te komen tot een selectiever en gerichter arbeidsmigratiebeleid.
Innovatie en arbeidspotentieel benutten
Het kabinet bekijkt hoe door middel van technologie en innovatie hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan. Dat vermindert de vraag naar laagbetaalde arbeid. Om verdere stappen te zetten richting een hoogwaardige en innovatieve economie wil het kabinet, samen met sectoren, werken aan een productiviteitsagenda.
Ook ziet het kabinet kansen in het beter benutten van kracht en kunde van mensen die al in Nederland zijn. Zo moet het voor deeltijdwerkers aantrekkelijker worden om meer uren te werken. Voor statushouders en asielzoekers waarvan de kans groot is dat ze mogen blijven moet het makkelijker worden om aan het werk te gaan. Waar in 2022 nog 601 tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers werden uitgegeven, is de verwachting dat er dit jaar 10.000 vergunningen worden verleend.
Aanpakken van misstanden
Vandaag is ook de jaarrapportage arbeidsmigranten aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze rapportage wordt de voortgang weergegeven op het uitvoeren van de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer). Het kabinet zegt dat ze hier grote prioriteit aan geven.
Dit kabinet kijkt naast het uitvoeren van de adviezen van het Aanjaagteam ook naar extra maatregelen die genomen kunnen worden om de misstanden aan te pakken en het verdienmodel van malafide ondernemers te doorbreken. Zo wordt begin volgend jaar het resultaat verwacht van de verkenning naar een sectoraal uitzendverbod of minimum percentage vaste dienstverbanden. Daarnaast erkent het kabinet de belangrijke rol van werkgevers in het zorgen voor passende huisvesting voor de arbeidsmigranten die zij in dienst hebben. Het kabinet wil bevorderen dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever, zodat meer tijdelijke huisvesting beschikbaar komt voor arbeidsmigranten.
Om te voorkomen dat er een te grote afhankelijkheid van de werkgever ontstaat voor arbeidsmigranten is met de inwerkingtreding van de Wet goed verhuurderschap de loskoppeling van de huur- en arbeidsovereenkomst verplicht. Hiermee is de arbeidsmigrant voor huisvesting minder afhankelijk van de werkgever en eindigt de huurovereenkomst niet automatisch wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt. Het ministerie van VRO bereidt een doelgroepencontract voor arbeidsmigranten voor, om de huurpositie van arbeidsmigranten verder te verbeteren.