Jongeren die alleen naar Nederland zijn gevlucht (amv’s) worden zodra ze 18 jaar zijn teveel aan hun lot overgelaten. Hierdoor ontstaat na hun 18e het risico op een opeenstapeling van problemen die een grote negatieve impact hebben op het leven van deze jongeren. Dat concluderen de Kinderombudsman en de Nationale ombudsman in het rapport ‘Alleen volwassen worden’. Wij roepen de Rijksoverheid op om regie te nemen en ervoor te zorgen dat deze groep jongeren tot hun 21e de hulp krijgen die zij nodig hebben.

De ombudsmannen hebben onderzoek gedaan naar kinderen die zonder ouders naar Nederland zijn gevlucht. Zij worden in de wet alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) genoemd. Deze jongeren hebben een verblijfsvergunning. Dat betekent dat zij in Nederland mogen blijven. Het is daarom belangrijk dat zij hun weg kunnen vinden in de samenleving.

De jongeren hebben vaak veel meegemaakt in hun thuisland en tijdens de vlucht naar Nederland.

Een van de jongeren uit het onderzoek: “We hebben dode mensen gezien, we hebben alles gezien. Dan kom je hier. Voor sommigen is het moeilijk; de stress komt gelijk in hun hoofd wanneer ze alleen wonen. Ik slaap altijd bij vrienden, omdat ik niet alleen wil zijn.”

Bij 18 jaar stopt de opvang en begeleiding

Uit ons onderzoek blijkt dat als deze jongeren 18 jaar worden de opvang en begeleiding stopt en zij in principe alles zelf moeten regelen, zoals woonruimte, een inkomen en een opleiding. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om bijvoorbeeld op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of Participatiewet de jongeren nog langer te ondersteunen. Maar in de praktijk zijn grote verschillen in de mate waarin gemeenten dat doen.

Veel jongeren die onvoldoende begeleid worden, hebben het moeilijk als ze 18 jaar worden. Er ontstaan schulden, ze zijn eenzaam en trauma’s spelen op, ze hebben zorgen over achtergebleven familie, vallen uit op school en ze missen een toekomstperspectief.

Margrite Kalverboer, Kinderombudsvrouw: “Het Rijk kent dit probleem al jaren, de gevolgen voor het leven van deze groep jongeren is groot. Het is nu tijd voor een structurele oplossing, zodat zij een reële kans krijgen om mee te doen aan de Nederlandse samenleving.”

Rijk moet regie nemen

Onze belangrijkste boodschap is dat jonge statushouders tot hun 21e begeleiding moeten krijgen. De Rijksoverheid moet daarin regie nemen. Andere aanbevelingen die we doen zijn:

  • De Rijksoverheid moet één ministerie aanwijzen die de regie neemt om de hulp en opvang voor deze jongeren van 18 tot 21 jaar te organiseren. Bij voorkeur VWS omdat dit departement verantwoordelijk is voor jongvolwassenen.
  • De Rijksoverheid moet de impact van de nieuwe Wet inburgering 2021 op de onderwijskansen van deze jongeren monitoren.
  • Gemeenten moeten samen met hulpverleners en de jongere een toekomstplan maken. In dit plan moet staan wat de jongere nodig heeft om zelfstandig te worden. Belangrijk is dat er in het plan gekeken wordt naar: opleiding, werk, gezondheid, wonen, inkomen en netwerk.
  • Gemeenten moeten zorgen dat deze groep jongeren tot 21 jaar voldoende inkomen heeft, door de bijstandsuitkering aan te vullen.