Instellingen voor schuldhulpverlening en maatschappelijk werk met en zonder een winstoogmerk blijven vrijgesteld van de btw. Volgens een uitspraak van de Hoge Raad op vrijdag 14 april is de vrijstelling te ruim geformuleerd en in strijd met de wet, waardoor commerciële instellingen 21% btw verschuldigd zouden zijn. Het kabinet wil dit voorkomen. Daarom treedt er een beleidsbesluit (20 april 2023) in werking waardoor ook sociale-culturele instellingen die winst beogen de vrijstelling mogen blijven toepassen.
Instellingen die leveringen en diensten van sociale en culturele aard aanbieden, hoeven in Nederland geen btw af te dragen als zij geen winst beogen. Sommige instellingen die onder deze vrijstelling vallen, mogen daarentegen wel winst behalen, zoals instellingen voor maatschappelijk werk en schuldhulpverlening.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde vrijdag 14 april 2023 dat de maatregel die ervoor zorgt dat bepaalde instellingen wel een winstoogmerk mogen hebben, niet juist is. Dit heeft als gevolg dat al deze instellingen vanaf nu 21% btw zouden moeten afdragen over hun werkzaamheden. Dit zou grote gevolgen kunnen hebben voor deze instellingen. Dit vindt het kabinet niet wenselijk. Daarom treedt er vanaf 20 april een beleidsbesluit in werking dat regelt dat aangewezen winstbeogende instellingen wel vrijgesteld blijven van de btw. Daarin is ook geregeld dat op het verleden niet wordt teruggekomen.
Het kabinet gaat daarnaast kijken of de Wet op de omzetbelasting 1968 hierop aangepast moet worden. Het beleidsbesluit blijft van kracht tot er een permanente oplossing voor dit probleem is gevonden.