Er gaat nog steeds heel veel mis in de jeugdbescherming, concluderen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) in een vernietigende rapportage die donderdag is verschenen. Nog steeds moeten kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel te lang wachten op passende hulp of krijgen helemaal geen passende hulp. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om kinderen die worden verwaarloosd of mishandeld.
De rechtsbescherming van het kind en ouders is in het geding. Na een uithuisplaatsing van een kind wordt onvoldoende toegewerkt naar een terugplaatsing, constateren de inspecties. Niet elk kind met een maatregel krijgt de noodzakelijke hulp. Rechterlijke beslissingen worden niet uitgevoerd. Het lukt negen van de dertien jeugdbeschermingsorganisaties ook niet om een kind aan een jeugdbeschermer te koppelen. Soms staan “honderden kinderen” op een wachtlijst.
Dit is slechts een greep uit de lange lijst met knelpunten en risico’s van de inspecties over de jeugdbescherming, ook wel de ic van de jeugdzorg genoemd. Vorig jaar september riepen zij minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) op om met een crisisaanpak te komen, als verantwoordelijken voor het stelsel. Zolang “de crisis in de jeugdbeschermingsketen voortduurt”, zoals de inspecties in hun rapportage schrijven, houden zij de ontwikkelingen wel nauwlettend in de gaten en rapporteren zij daarover.
Uit hun eerste rapportage van dit jaar blijkt dat er op heel veel fronten nog geen sprake is van enige verbetering, ondanks de toezeggingen en acties van de bewindslieden. Zo hebben Weerwind en Van Ooijen gemeenten opgedragen om kinderen die een jeugdbeschermingsmaatregel van de rechter krijgen opgelegd, voorrang te geven op kinderen die minder zware jeugdhulp nodig hebben. “Niet verantwoord” en “niet conform de wettelijke normen”, stellen de inspecties.
De rapportage is “één grote ellende”, twittert GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. “Dit gaat over echte kinderen, jongeren, gezinnen die hulp nodig hebben en een veilige haven. Over hulpverleners die vol passie zijn, maar door de enorme werkdruk hun werk niet meer kúnnen doen. Al deze mensen worden in de steek gelaten door een falende overheid.”