Toen het kabinet in 2010 besloot om kinderopvangtoeslag terug te vorderen als een ouder hier geen recht op bleek te hebben, is “niet geïnformeerd” wat daarvan de gevolgen zouden zijn, blijkt uit het verhoor van topambtenaar Christianne Mattijssen. Als bijvoorbeeld een ouder de eigen bijdrage (een relatief klein bedrag) niet betaalde, moesten er vele duizenden euro’s aan voorgeschoten toeslag worden terugbetaald. Deze ‘alles-of-niets-systematiek’ is een van de redenen dat het toeslagenschandaal tot zulke grote problemen leidde bij gedupeerde ouders.
Mattijssen was tussen 2008 en 2010 directeur kinderopvang op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een wetswijziging die het vierde kabinet-Balkenende doorvoerde, moest tot een verbetering van de kwaliteit van kinderopvang leiden, maar vooral ook een flinke bezuiniging opleveren. Onderdeel van de wet was dat gastouderbureaus aan strengere eisen moesten voldoen. Ouders waren ervoor verantwoordelijk dat zijzelf een gastouderbureau kozen dat aan de criteria voldeed, anders hadden ze geen recht op toeslag.
Door de wet werd geld teruggevraagd bij de ouders zelf, niet via een kinderopvanglocatie of gastouderbureau. “Ik denk dat wij ons niet konden voorstellen dat, als je als gastbureau of als ouder een foutje maakt, dat er zó wordt teruggevorderd als uiteindelijk is gebeurd”, verklaarde Mattijssen in haar verhoor. Haar antwoorden stuitten op onbegrip bij de parlementaire enquêtecommissie die het fraudebeleid van de overheid onderzoekt. “Hoort niet bij goed beleid maken en fatsoenlijke wetgeving ook dat die implicaties van tevoren duidelijk zijn?” vroeg commissielid Evert Jan Slootweg (CDA) zich af. “Dat op het moment dat je die rekening neerlegt bij mensen, dat je weet wát die rekening is?”
De aanscherping van de wet was belangrijk om fraude en oneigenlijk misbruik – gebruik van regelingen waarmee de wet niet wordt overtreden, maar die wel in strijd is met de bedoeling van de wet – tegen te gaan. Maar, erkent Mattijssen, er is nooit duidelijk geworden hoeveel misbruik er eigenlijk werd gemaakt van de toeslagenregelingen. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst deed daar wel een poging toe, maar kon dat niet inzichtelijk maken. Er zat wel een “fundamenteel risico” in de toeslagensystematiek, aldus Mattijssen.
Eerder bleek tijdens de verhoren van de commissie al dat ook de omvang van fraude met uitkeringen nooit is vastgesteld. Toch vond het kabinet het in die tijd belangrijk om met de fraudewet te komen, om fouten met uitkeringsaanvragen flink te beboeten.