Gemeenten zullen “binnen afzienbare tijd” niet meer in staat zijn om de opvang van Oekraïense vluchtelingen “verantwoord” uit te voeren, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De vereniging uitte eerder al zorgen over de opvang van Oekraïners, maar vroeg dinsdag de Tweede Kamer om aandacht in een petitie.
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne zijn er volgens de VNG zo’n 90.000 opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen ingericht, verspreid over het land. Gemeenten organiseren daarnaast ook onder meer de toegang tot zorg en onderwijs en begeleiding voor de vluchtelingen, legt de vereniging uit.
Opvanglocaties zitten “al weken” bijna vol, zegt de VNG. Tegelijkertijd ligt er volgens de vereniging geen plan voor de toekomst van Oekraïners in Nederland. Zoals het nu gaat “lukt het niet om de gevraagde opvangplekken te blijven leveren”.
Gemeenten hebben “behoefte aan een langetermijnplan inclusief passende financiering zodat er geïnvesteerd kan worden in zowel locaties als in mensen”. Op dit moment zijn afspraken over financiering telkens tijdelijk en ze worden geregeld gewijzigd, stelt de VNG. Ook is er volgens gemeenten elk jaar minder geld beschikbaar, “zonder dat daar een duidelijke verklaring voor is”.
Een ander knelpunt is de eigen bijdrage die Oekraïners moeten betalen voor hun opvang. Gemeenten wijzen erop dat de onderliggende regelgeving het moeilijk maakt om dit goed te doen. Ze willen dat de problemen worden opgelost.
De gemeenten merken verder op dat het samenleven op de opvanglocaties “steeds ingewikkelder” wordt. “Onderlinge spanningen en ruzies nemen toe, net als de (ernst van) mentale problematiek, al dan niet gecombineerd met middelenmisbruik en oorlogstrauma’s.” Sowieso zijn de huidige opvanglocaties niet altijd geschikt voor langdurig verblijf. Daarom zijn gemeenten bezig met verbeteren van de locaties, maar ze “kunnen naar verwachting die kosten niet meer dekken”.