De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeert met een brief de kamer over het onderzoeksrapport ‘Een recht op een steunfiguur voor jeugdigen in de Jeugdwet?’. Het onderzoek gaat over de vraag of een zelfgekozen steunfiguur in de wet moet komen en wat daarbij de knelpunten zijn.
Conclusie onderzoek: geen wettelijke regeling voor steunfiguren
Een belangrijke conclusie die in het onderzoeksrapport staat, is dat er geen noodzaak bestaat om de steunfiguur in de wet vast te leggen. Alleen een wettelijke regeling voor steunfiguren is namelijk niet voldoende om de problemen in de praktijk op te lossen. Het belangrijkste probleem is dat professionals nog niet altijd samenwerken met de steunfiguur voor jeugdigen. Verdere implementatie, bewustwording en kennis over steunfiguren is daarom vooral belangrijk voor een betere samenwerking. Het wettelijk vastleggen van een recht op een steunfiguur leidt er niet toe dat in de praktijk meer of beter wordt samengewerkt met steunfiguren.
Versterken samenwerking met steunfiguren in de Hervormingsagenda
De staatssecretaris gaat daarom geen wettelijke regeling voor steunfiguren in de Jeugdwet opnemen. Het huidige wettelijk kader biedt voldoende ruimte en mogelijkheden om te zorgen voor veranderingen in de praktijk. Informele steun(figuren) uit het netwerk van jeugdigen moeten namelijk wel actief worden betrokken bij de hulpverlening. Het versterken van de uitvoeringspraktijk voor steunfiguren maakt dan ook onderdeel uit van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028.