Meer dan 80 gemeenten hebben in totaal 128 aanvragen ingediend voor de Regeling huisvesting aandachtsgroepen. Met een financiële bijdrage uit de regeling kunnen gemeenten woon- of verblijfsruimtes bouwen voor bijvoorbeeld studenten, arbeidsmigranten en statushouders. Het animo blijkt groot: in totaal is voor € 35,5 miljoen aangevraagd voor 7.427 woonruimtes en 1.651 verblijfsruimtes.
Snel aan de slag
De komende periode buigt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zich over de aanvragen namens minister Ollongren. De behoefte om snel te kunnen starten met de bouw van de nieuwe woon- en verblijfsruimtes is groot. De eerste gemeenten hebben daarom al bericht gekregen over de bijdrage die ze krijgen.
Naar verwachting is begin 2022 het totaaloverzicht van toegekende aanvragen bekend. Minister Ollongren informeert de Tweede Kamer hierover.
Over de Regeling huisvesting aandachtsgroepen
Veel mensen uit aandachtsgroepen hebben het moeilijk om een goed huis te vinden en een bestaan op te bouwen. De huisvesting van statushouders, woonwagenbewoners, dak- en thuisloze mensen, studenten en andere spoedzoekers vraagt om een gerichte aanpak. In 2020 en 2021 stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een bedrag van € 50 miljoen (2020) en € 31 miljoen (2021) beschikbaar voor het vergroten van het woningaanbod voor deze groepen. Een bijdrage uit de Regeling huisvesting aandachtsgroepen kan voor gemeenten financiële belemmeringen wegnemen, waardoor zij huisvesting gemakkelijker kunnen realiseren.
De regeling sluit nauw aan op het voor de zomer 2021 uitgebrachte rapport Een thuis voor iedereen van de interbestuurlijke werkgroep huisvesting aandachtsgroepen. Daarin wordt gepleit voor de integrale huisvesting van een mix van bewoners. Het samen wonen met anderen in een vergelijkbare positie helpt omdat mensen elkaar kunnen ondersteunen. De woon- en verblijfsvormen die gemeenten via deze regeling bouwen, zijn geschikt voor bewoners uit meerdere aandachtsgroepen.