Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) wil meer ruimte om te kunnen stoppen met verhogingen bij het innen van verkeersboetes. Volgens de uitvoeringsorganisatie kunnen verhogingen “evident onredelijke gevolgen hebben”. Dat meldt het CJIB in zijn Stand van de Uitvoering 2023.

Bij verkeersboetes komt er bij een eerste aanmaning 50 procent van het boetebedrag bovenop, en bij een tweede aanmaning 100 procent. Daarmee kan een boete van 50 euro oplopen tot een te betalen bedrag van 150 euro.

In sommige gevallen is bijvoorbeeld sprake van “aantoonbare bijzondere situaties van overmacht”, aldus het CJIB. “Op dit moment heeft het CJIB onvoldoende ruimte om bijzonder maatwerk toe te passen op een aantal specifieke situaties en wordt soms de rechter of het OM belast met het kwijtschelden van verhogingen.”

Het CJIB wil daarnaast de uitvoering van strafbeschikkingen waarin geldboetes worden opgelegd kunnen staken bij “hardvochtige situaties”. Het Openbaar Ministerie kan voor veel voorkomende strafbare feiten met een strafbeschikking zelf een straf opleggen. Jaarlijks worden ongeveer 300.000 strafbeschikkingen uitgevaardigd waarin een geldboete wordt opgelegd, aldus de organisatie in de Stand van de Uitvoering 2023.

“De tenuitvoerlegging van straffen vormt het sluitstuk van de strafrechtketen.” Op dit moment zijn er echter geen mogelijkheden deze zogenoemde tenuitvoerlegging te staken als zich hardvochtige situaties voordoen waarbij de uitvoering niet altijd opportuun meer lijkt, aldus het CJIB. “Ook is gratie niet mogelijk.”

De branchevereniging voor schuldhulpverlening NVVK noemt het standpunt van het CJIB verheugend nieuws. “Wie een boete krijgt moet die in principe betalen”, zegt een woordvoerder. “Maar wij hebben het over een groep mensen die niet meer goed weet wat ze met de post moeten en die ook ongeopend laat. Het is goed dat het CJIB meer de menselijke maat wil hanteren.”

Het CJIB heeft met de hoge procentuele verhogingen een uitzonderingspositie. “Private partijen als energiebedrijven of telecombedrijven mogen maximaal 15 procent verhogen. De 50 procent en in tweede instantie 100 procent van het CJIB zijn daarmee totaal niet in verhouding”, stelt de NVVK. “Als mensen dat niet kunnen betalen is het een boete op armoede. Die verhogingen zijn vaak een katalysator voor nog grotere schulden en problemen.”