Huishoudens betalen in Nederland 2,5 keer zoveel belasting over iedere ton aan CO2-uitstoot die ze veroorzaken dan bedrijven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft dat uitgerekend. Het grote verschil komt onder meer doordat de uitstoot van een aantal energie-intensieve bedrijven “nauwelijks wordt belast”.
CO2 is het voornaamste broeikasgas dat de huidige opwarming van de aarde veroorzaakt. De overheid belast de uitstoot ervan op diverse manieren. Bedrijven die koolstofdioxide (CO2) uitstoten, moeten boven een bepaalde grens Europese emissierechten kopen. Een deel van die rechten krijgen ze overigens gratis. De onderzoekers van het CBS zien dat als een subsidie. Consumenten betalen onder meer voor hun uitstoot via de energiebelasting en de accijnzen op brandstoffen. Ook zij kregen vorig jaar een subsidie van de overheid, in de vorm van het tijdelijke prijsplafond voor aardgas.
Alles bij elkaar betaalden huishoudens vorig jaar 219 euro per ton CO2 die door hun toedoen de lucht in ging. Het CBS berekende eerder al eens dat Nederlanders gemiddeld 15,7 ton aan CO2 per persoon uitstoten. Dat was in 2022.
De gemiddelde CO2-prijs voor alle sectoren lag vorig jaar op 88 euro per ton, beduidend lager dus dan de prijs die huishoudens betalen. Grote bedrijven in de basismetaalindustrie betalen in de praktijk niets. Dat komt door de combinatie van gratis emissierechten, belastingkortingen en -vrijstellingen.
Voor de uitstoot van vervoer over land, bijvoorbeeld per auto of vrachtwagen, wordt verhoudingsgewijs ook veel belasting betaald. De uitstoot van schepen en vliegtuigen is juist “nagenoeg onbelast”. Daar is al jaren veel discussie over.
Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) zit zo in elkaar, dat ieder jaar minder rechten worden uitgedeeld en verhandeld. In 2040 worden in het geheel geen rechten meer uitgegeven. Dat maakt het voor bedrijven die onder het systeem vallen noodzakelijk om voor die tijd hun uitstoot op netto nul te krijgen. Dat wil zeggen dat ze per saldo geen broeikasgassen meer de lucht in laten gaan.