Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft enkele bepalingen over de specifieke uitkering (SPUK) aan gemeenten in het Besluit Inburgering 2021 aangepast. De wijzigingen zijn tijdelijk en gelden alleen voor de voorlopige uitkering 2023. Er wordt gewerkt aan een structurele oplossing.
Gebleken is dat de berekeningssystematiek voor het vaststellen van de SPUK in het Besluit Inburgering anders is dan de systematiek die wordt gehanteerd voor de begroting van SZW. De huisvestingstaakstelling voor de uitstroom van statushouders naar gemeenten van 2023 wordt vastgesteld op 1 oktober. Deze is naar verwachting hoger dan de prognose van februari 2022 die voor de SZW-begroting 2023 is gebruikt. Op het moment van beschikken is de SZW-begroting nog niet aangepast op de nieuwe taakstelling.
Om wel te kunnen beschikken heeft het ministerie het besluit aangepast, zodat voor de voorlopige beschikking de begrotingsstand gevolgd kan worden. Daardoor moeten de gemeenten in 2023 een deel van de kosten voor inburgeringsvoorzieningen voorfinancieren. Uiteindelijk krijgen de gemeenten in 2024 de volledige kosten na het vaststellen van de definitieve beschikking over 2023 uitbetaald, op grond van het werkelijke aantal inburgeringsplichtigen.
SZW is zich bewust van deze situatie en gaat in overleg met de VNG over een structurele oplossing. Voor het ministerie is en blijft het uitgangspunt dat gemeenten passende financiering dienen te ontvangen voor de uitvoering van de Wi2021.