Amsterdam heeft als doel om de wooncrisis in de hoofdstad in 2040 te hebben opgelost. Dat stellen het college van burgemeester en wethouders maandag in de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV). De oplossing ligt vooral bij bestaande woningen. “Die moeten weer betaalbaar worden, van goede kwaliteit zijn en niet als verdienmodel worden gebruikt. Aan dat laatste gaan we met deze aanpak een einde maken”, aldus de wethouder Zita Pels (Volkshuisvesting).
Om de bestaande woningvoorraad te beschermen wil de gemeente onder andere de verkoop van sociale huurwoningen zoveel mogelijk stoppen en leegstand aanpakken. Verder houdt het college vast aan het bouwen van 7500 nieuwe woningen per jaar. Ook moeten tussen de 2500 en 300 tijdelijke woningen gebouwd worden, waar maximaal vijftien jaar gewoond kan worden.
Bij het bouwen van nieuwe woningen ligt de focus vooral op woningen voor ouderen en gezinnen. “Zij laten op hun beurt weer een woning achter voor starters op de woningmarkt”, aldus de gemeente.
Ook wil de hoofdstad meer huurwoningen die tot duizend euro per maand kosten, het zogeheten middensegment. Daarvoor wil de gemeente onder andere afspraken maken met corporaties over het aanbod sociale huurwoningen onder en boven de zogeheten aftoppingsgrenzen. Ook vindt het college dat tijdelijke huurcontract niet meer de norm zijn. “Amsterdam blijft lobbyen bij het Rijk om tijdelijke contracten van particuliere verhuurders af te schaffen”, staat in de AAV.