De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 28 augustus 2024 het advies vastgesteld over het voorstel om de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 te wijzigen. Met deze wijziging kunnen gemeenten voor meer voorzieningen een eigen bijdrage vragen van de cliënt die afhankelijk is van zijn financiële draagkracht. Het advies is op 2 september 2024 gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Inhoud van het voorstel

In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is de mogelijkheid opgenomen om een bijdrage te vragen aan gebruikers voor de kosten van zowel maatwerkvoorzieningen als algemeen toegankelijke ondersteuning. Sinds 1 januari 2019 geldt voor de meeste maatwerkvoorzieningen het zogeheten abonnementstarief. Cliënten moeten voor deze voorzieningen een eigen bijdrage betalen die per maand niet meer bedraagt dan € 20,60 (peiljaar 2024). Deze bijdrage is niet afhankelijk van inkomen, vermogen en de omvang van zorggebruik. Met het wetsvoorstel wil de regering dit afschaffen. In plaats daarvan biedt het wetsvoorstel gemeenten de mogelijkheid om aan gebruikers van maatwerkvoorzieningen een inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage (ivb) te vragen. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om van de eigenaar van een woning een vergoeding te vragen als de woning in waarde is gestegen door een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing.

Inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage

De Afdeling advisering is er niet van overtuigd dat dit wetsvoorstel een duurzame oplossing biedt voor de (financiële) houdbaarheid van het stelsel van maatschappelijke ondersteuning. De mogelijkheden voor gemeenten om een ivb te vragen aan gebruikers van maatwerkvoorzieningen blijven immers beperkt. Zo blijkt uit de toelichting bij het wetsvoorstel dat de regering de ivb wil maximeren op € 298,00 per maand. Dit roept de vraag op of het voor mensen met een hoog of middeninkomen niet financieel aantrekkelijker blijft om voor (huishoudelijke) hulp een beroep te doen op de Wmo 2015 dan om die hulp zelf te regelen en betalen. Dit risico wordt versterkt doordat er bij het bepalen van de hoogte van de ivb geen rekening wordt gehouden met de mate van ondersteuning die wordt geboden. Het advies aan de regering is dan ook om uitgebreider te motiveren waarom zij vasthoudt aan de voorgestelde maximale ivb van € 298,00 per maand. Een nadere toelichting op de effecten van enkele scenario’s van hogere bijdragen voor verschillende inkomensgroepen om het beroep op de Wmo 2015 te verminderen, kan de motivering overtuigender maken. Dit is vooral wenselijk, omdat dit wetsvoorstel opnieuw een wijziging is in korte tijd.

Vergoeding waardevermeerdering bij woningaanpassing

De Afdeling adviseert de regering tot slot om de voorgestelde mogelijkheid voor gemeenten om van de eigenaar van een woning een vergoeding te vragen als die woning in waarde is gestegen door een maatwerkvoorziening, overtuigend te motiveren. Als de regering dat niet kan, dan moet zij dit onderdeel van het voorstel heroverwegen. Het kan namelijk complicaties in de uitvoering en (rechts)onzekerheid voor burgers opleveren.