Jongeren die kunnen doorstromen naar mbo-2 horen niet thuis in de Z-route. Dat wordt duidelijk met een voorgenomen wijziging van de inburgeringsregelgeving. Maar dat betekent uiteindelijk nog niet dat zulke jongeren per se gaan inburgeren in de Onderwijsroute of de B1-route.

Gemeenten bepalen welke leerroute geschikt is voor de inburgeringsplichtige. Er zijn 3 leerroutes: de B1-route, de Onderwijsroute, en de Zelfredzaamheidsroute (Z-route). De Z-route bevat 800 taaluren, voor zowel asielstatushouders als gezinsmigranten. Voor asielstatushouders bevat de Z-route ook 800 participatie-uren. Dat staat in artikel 3.14 van het Besluit inburgering 2021.

Er komt een wijziging van dit artikel. Met deze wijziging krijgen gemeenten de bevoegdheid om taaluren uit o.a. het entreeonderwijs/mbo-1 van jongeren mee te tellen voor de taaluren eis van de Z-route. In de toelichting op de wijziging maakt het ministerie van Justitie en Veiligheid duidelijk: Gemeenten horen jongeren in het mbo-entreeonderwijs die het talent hebben om een hoger mbo-niveau te halen niet in de Z-route te plaatsen. Ook horen gemeenten de onderwijsuren van dergelijke talentvolle jongeren straks niet mee te tellen voor de taaluren eis van de Z-route. De nieuwe gemeentelijke bevoegdheid is niet bedoeld voor jongeren die zoveel talent hebben dat zij van het entreeonderwijs kunnen doorstromen naar mbo-2. Sterker nog: jongeren die van het entreeonderwijs kunnen doorstromen naar mbo-2 horen helemaal niet thuis in de Z-route.

Met dit standpunt reageert het ministerie op reacties in de fase van de internetconsultatie, waaronder de reactie van Wolters Kluwer Schulinck. Hieronder blik ik kort terug op deze reactie in de fase van de internetconsultatie. Vervolgens ga ik nader in op het standpunt van het ministerie in de toelichting op de wijziging. Tot slot laat ik zien dat talentvolle jongeren die de entreeopleiding volgen niet per se gaan inburgeren in de Onderwijsroute of de B1-route.

Internetconsultatie

In de fase van de internetconsultatie maakte Wolters Kluwer Schulinck het ministerie attent op twee schaduwzijden van de bevoegdheid die de gemeente straks krijgt om taaluren in het entreeonderwijs mee te tellen voor de Z-route.

  1. Als de gemeente van deze bevoegdheid gebruik maakt, dan wordt de Z-route van de jongeren lichter. Zij bereiken daarmee een minder hoog taalniveau dan onder de huidige regels het geval is. Als dit lagere taalniveau het enige beletsel is om door te stromen naar mbo-2, dan dwarsboomt dit lagere taalniveau het landelijke doel om jongeren in het entreeonderwijs door te laten stromen naar het mbo-2.
  2. Als de jonge vreemdeling voor de keuze staat om hetzij mbo-1 hetzij mbo-2 te volgen, dan kan het voor hem aantrekkelijker worden voor mbo-1 te kiezen dan onder de huidige regels het geval is. De Z-route wordt immers lichter als de gemeente gebruik maakt van haar nieuwe bevoegdheid.

Standpunt ministerie

In de toelichting op de voorgenomen wijziging gaat het ministerie in op deze schaduwzijden.

Daarbij wijst het ministerie er (impliciet) op dat het hier gaat om een gemeentelijke bevoegdheid. Gemeenten horen die bevoegdheid alleen te gebruiken voor die jongeren in de Z-route waarvoor doorstroom naar mbo-2 niet in de lijn der verwachting ligt. Jongeren in de Z-route die wél in staat zijn naar mbo-2 door te stromen, horen de reguliere 800 taaluren van de Z-route wel te volgen.

Door op deze manier maatwerk toe te passen wordt voorkomen dat de doorstroom naar het mbo-2 ontmoedigd wordt. Ook wordt hiermee voorkomen dat het entreeonderwijs een ‘escape’ voor de inburgering vormt, waarbij jongeren via de entreeopleiding aan de Blik op Werk-ureneis van hun inburgeringsplicht kunnen voldoen.

Het ministerie wijst gemeenten er verder op dat het in de rede ligt om jongeren die in staat zijn na het entreeonderwijs door te stromen naar het mbo-2, niet in de Z-route te laten inburgeren, maar in de B1- of Onderwijsroute.

Daarbij wijst het ministerie er (impliciet) op dat het hier gaat om een gemeentelijke bevoegdheid.

Niet in de Z-route; wel in de B1-route of de Onderwijsroute?

Dat een jongere die kan doorstromen naar mbo-2 niet in de Z-route thuishoort, is wellicht een wake-up call voor sommige gemeenten. Maar dat betekent uiteindelijk nog niet dat zo’n jongere per se gaat inburgeren in de Onderwijsroute of de B1-route. Vanwege de mogelijkheid van verlenging van de inburgeringstermijn bij het volgen van de entreeopleiding, kan de gemeente zo’n jongere namelijk zijn entreeopleiding af laten maken voordat hij met een leerroute begint. Als de jongere na de entreeopleiding een mbo-2-opleiding volgt, geldt er een tijdelijke vrijstelling tot het behalen van het mbo-2-diploma, wat een definitieve vrijstelling oplevert. Met deze definitieve vrijstelling is zelfs de Onderwijsroute of de B1-route niet meer aan de orde.

 

Schulinck Inburgering

Schulinck Inburgering biedt u inhoudelijke en praktische hulp bij de uitvoering van de Wet inburgering 2021. In deze kennisbank vindt u wetteksten, jurisprudentie en alle aanvullende informatie die u nodig heeft. Dat scheelt u een hoop tijd en zoekwerk.