Met een ziekte of handicap kunnen problemen ontstaan bij vervoer. Bijvoorbeeld bij woon-werkverkeer of vervoer naar sociale contacten. In deze opinie bespreken we de mogelijkheden om een inwoner met een ziekte of handicap met zulke vervoersproblemen te helpen. De problematiek wordt vanuit de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo belicht.

Magnus heeft MS. Helaas gaat het de laatste jaren steeds slechter en inmiddels zit hij in een rolstoel. Door zijn beperkingen kon hij zijn oude baan als steward niet meer uitvoeren. Magnus wil graag weer aan het werk. Hij kan aan de slag bij zijn oude werkgever in een administratieve functie. Dit met loonkostensubsidie via de gemeente. Wel moet hij daarvoor met de trein naar Schiphol reizen en dat lukt hem niet zelfstandig. Magnus geeft aan dat hij vaak te laat op zijn werk komt, omdat de reisassistentie bij het openbaar vervoer niet goed werkt. Magnus zegt dat hij vaker 5 uur moet reizen (enkele reis). Een normale reisduur is anderhalf uur.

Kan het UWV vervoer inzetten naar het werk?

Als een inwoner problemen heeft bij het vervoer naar het werk kan het UWV de inwoner een vervoersvoorziening toekennen. Dit staat in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV beoordeelt welke vervoersvoorziening het beste bij de situatie past. Voor sommige voorzieningen geldt wel een ‘inkomensgrens’.

Kan de gemeente vanuit de Participatiewet vervoer inzetten naar het werk?

Het UWV heeft geen re-integratietaak ten aanzien van personen voor wie de gemeente verantwoordelijk is (artikel 35 lid 4 Wet WIA).

Magnus werkt met loonkostensubsidie vanuit de Participatiewet. Hij behoort tot de re-integratiedoelgroep van de gemeente. Dit betekent dat het UWV Magnus niet kan helpen, maar hij zijn hulpvraag bij de gemeente moet neerleggen.

De Participatiewet is het laatste vangnet. In deze situatie kan Magnus kijken of hij de problemen met vervoer met de reisassistentie van NS kan oplossen. En misschien wil de werkgever van Magnus instaan voor een (deel van de) oplossing?

Kan het probleem van Magnus op deze manier niet of niet voldoende worden opgelost, dan is een voorziening vanuit de Participatiewet aan de orde. Het is wel zo dat Magnus ver moet reizen, maar dat is geen reden om te zeggen dat hij dan maar ander werk moet zoeken. Als dat nodig is, kan worden gedacht aan een vervoersvoorziening in de vorm van een vergoeding voor taxivervoer of een aangepaste auto in bruikleen.

Mogelijk is ook een oplossing vanuit de Wmo denkbaar als dit bijdraagt aan de participatie van Magnus. Maar in principe is de Participatiewet aan zet aangezien het gaat om ondersteuning naar arbeid. En dat is een specifieke taak van de Participatiewet.

Vervolg van de casus

Magnus brengt naast zijn werk graag tijd door met zijn dochter Laura (15 jaar). Sinds haar puberteit zijn er veel problemen, waardoor zij uiteindelijk niet meer thuis kon blijven wonen. Zij woont sinds een aantal maanden in een instelling. Laura komt 1 dag per week naar huis met de trein. Magnus wil ook graag bij haar op bezoek, maar dat lukt hem niet zelfstandig. 

Kan de gemeente vanuit de Jeugdwet vervoer voor Magnus inzetten naar zijn dochter?

Daar kunnen we kort over zijn, daarvoor biedt de Jeugdwet geen mogelijkheden. Een voorziening voor vervoer vanuit de Jeugdwet is alleen mogelijk voor jeugdigen. Ouders kunnen geen voorziening voor vervoer op grond van de Jeugdwet krijgen. Dus ook Magnus kan voor het vervoer om zijn dochter te bezoeken op een jeugdhulplocatie geen beroep doen op de Jeugdwet.

Het vervoer van een jeugdige van en naar een jeugdhulplocatie kan wel onder de Jeugdwet vallen (artikel 2.3 lid 2 Jeugdwet). Jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en niet zelfstandig kunnen reizen door een medische noodzaak of gebrek aan zelfredzaamheid kunnen hier gebruik van maken. Als Laura dus niet zelfstandig naar de instelling kan reizen, kan de gemeente voor haar wel een vervoersvoorziening vanuit de Jeugdwet inzetten. Laura reist in dit geval zelf met de trein naar de instelling, dus daar is hier geen sprake van.

Magnus kan dus afhankelijk van het doel bij verschillende instanties ondersteuning vragen.

Kan  de gemeente vanuit de Wmo vervoer voor Magnus inzetten naar zijn dochter?

Mogelijk komt Magnus vanuit de Wmo wel in aanmerking voor vervoer naar zijn dochter.

Bij een vervoersvoorziening draait het in de Wmo meestal om het vergroten van de participatie van een cliënt. Participatie is het deelnemen aan het maatschappelijke verkeer (artikel 1.1.1 Wmo 2015). Dit wil zeggen dat iemand, ondanks zijn lichamelijke of geestelijke beperkingen, op gelijke voet met anderen in redelijke mate:

  • mensen kan ontmoeten
  • contacten kan onderhouden
  • boodschappen kan doen en
  • aan maatschappelijke activiteiten kan deelnemen.

Hiervoor moet iemand zich kunnen verplaatsen.

Om vast te kunnen stellen of iemand wel of niet in voldoende mate kan participeren, moeten alle stappen van het Wmo-onderzoek doorlopen worden.

Stel: in het Wmo-onderzoek komt naar voren dat het voor Magnus ontzettend belangrijk is om zijn dochter regelmatig te zien. Hij helpt haar op die momenten ook met haar huiswerk. Laura struikelt vooral over het vak natuurkunde. Precies het vak waar Magnus juist een passie voor heeft. Ook wil Magnus er extra zijn voor Laura nu haar moeder dit niet meer kan doen. Zij is in Laura’s peutertijd namelijk overleden.

In die situatie is het voor te stellen dat het kunnen bezoeken van Laura ervoor zorgt dat Magnus in voldoende mate kan participeren. Als gemeente zet u dan een vervoersvoorziening in om deze bezoekjes mogelijk te maken.

Dit kan anders zijn als het kunnen bezoeken van Laura een minder grote rol speelt in het leven van Magnus. Bijvoorbeeld omdat Laura ook een tweede dag naar huis kan komen. Of omdat Magnus al een druk sociaal leven heeft, Laura 1 dag per week bij Magnus is en Magnus elke dag met haar videobelt.

Al met al zal dus uit het onderzoek blijken of de gemeente een Wmo-vervoersvoorziening moet toekennen. Maar mogelijk is het zeker wel.

Of toch aankloppen bij Valys?

Wel is nog van belang waar Laura verblijft in een instelling. Vanuit de Wmo hoeft de gemeente Magnus namelijk alleen in staat te stellen om zich lokaal te verplaatsen. Verblijft Laura in een instelling buiten de regio? Dan kan Magnus een beroep doen op Valys.

Conclusie

Magnus kan dus afhankelijk van het doel bij verschillende instanties ondersteuning vragen. Wij hopen in ieder geval dat Magnus met deze verduidelijking de weg weer weet te vinden.

Heb jij nog vragen over de verschillende vervoersmogelijkheden? Meer hierover vind je in de Kennisbank Participatiewet, de Kennisbank Jeugd en de Kennisbank Wmo. Of stel je vragen via onze verschillende Helpdesks. Nog geen abonnement? Neem dan met ons contact op!