Identificatieplicht
De burger moet de gemeente desgevraagd een geldig identiteitsbewijs verstrekken als zij dat nodig heeft voor de uitvoering van de Participatiewet. Denk bijvoorbeeld aan een verblijfsdocument. Voor de uitvoering van de Wet inburgering 2021 hoeft een burger (inburgeringsplichtige) geen identiteitsbewijs te verstrekken. Zo kan het gebeuren dat iemand anders dan de inburgeringsplichtige de leerbaarheidstoets komt afleggen zonder dat de gemeente het in de gaten heeft. Bij het afleggen van examens moet de inburgeringsplichtige wél een geldig identiteitsbewijs overleggen. Artikel 27 van de Wet inburgering 2007 (Stb. 2006, 625) bevatte destijds wel een identificatieplicht.
Medewerkingsverplichting: huisbezoek
De burger moet de medewerking verlenen die nodig is voor de uitvoering van de Participatiewet. Onder medewerking valt ook de medewerking aan een huisbezoek als daartoe een redelijke grond bestaat. Voor de uitvoering van de Wet inburgering 2021 hoeft een burger (inburgeringsplichtige) niet aan een huisbezoek mee te werken. In de Wet inburgering 2021 zit geen (algemene) medewerkingsverplichting en ook geen (specifieke) verplichting om mee te werken aan een huisbezoek.
Voor de goede orde: Gemeentemedewerkers hebben in het kader van de Participatiewet geen bevoegdheid om woningen binnen te treden zonder toestemming van de bewoner. Dat volgt uit o.a. artikel 8 van het EVRM. Mét toestemming van de bewoner is een huisbezoek wel mogelijk. Geeft de bewoner deze toestemming niet – wat uiteraard altijd mag – en schendt hij daarmee zijn medewerkingsverplichting uit de Participatiewet, dan kan dat voor hem nadelige gevolgen hebben.
Mét toestemming van de bewoner is een huisbezoek wel mogelijk, ook onder de Wet inburgering 2021. Een reden en doel van het huisbezoek kan bijvoorbeeld een brede intake of een voortgangsgesprek zijn, als de inburgeringsplichtige eerder niet op de brede intake of op de voortgangsgesprekken op het gemeentehuis is verschenen. Geeft de inburgeringsplichtige de toestemming niet, dan schendt hij daarmee geen verplichting uit de Wet inburgering 2021.
In vergelijking met de Participatiewet heeft de Wet inburgering 2021 qua verplichtingen opleggen een aantal beperkingen.
Medisch onderzoek
De Participatiewet bevat diverse bepalingen op grond waarvan de burger verplicht kan worden zich te onderwerpen aan een medisch onderzoek. De Wet inburgering 2021 bevat geen enkele bepaling die de gemeente de mogelijkheid biedt om die verplichting op te leggen aan een inburgeringsplichtige. Om in aanmerking te kunnen komen voor een medische ontheffing door DUO moet de inburgeringsplichtige zich wél onderwerpen aan een medisch onderzoek door Argonaut (in de reguliere procedure) of medische stukken overleggen (in de verkorte procedure). Argonaut mag de medische rapportage niet met de gemeente delen. Meer informatie over de medische ontheffing door DUO vindt u in de kennisbank inburgering.
De inburgeringsplichtige kan er baat bij hebben om zich wel op vrijwillige basis (!) medisch te laten onderzoeken en/of medische stukken te overleggen aan de gemeente. Bijvoorbeeld wanneer de gemeente hem een boete oplegt omdat hij niet naar de taalschool gaat. Als er een medische reden is voor het schoolverzuim, dan doet de inburgeringsplichtige er goed aan dit (in een bezwaarprocedure tegen de boete) op vrijwillige basis met medische stukken aannemelijk te maken. Zo kan hij aan een boete ontkomen.
Afronding
In vergelijking met de Participatiewet heeft de Wet inburgering 2021 qua verplichtingen opleggen een aantal beperkingen. Dat is iets om goed in de gaten te houden. Voor het opleggen van verplichtingen door de gemeentelijke overheid aan (inburgeringsplichtige) burgers is altijd een wettelijke grondslag nodig. Dat noemen we het legaliteitsbeginsel. Het biedt bescherming tegen ongeoorloofde inbreuken op de rechtspositie van burgers. Een groot goed dat uitvoerders van de Wet inburgering 2021 moeten respecteren!