Nut en noodzaak eenvoudigere geschilbeslechting Wmo
Gemeenten zijn in de Wmo 2015 verantwoordelijk voor de besluitvorming, maar laten de uitvoering van de ondersteuning aan cliënten meestal over aan private aanbieders. De cliënt kan hierbij op verschillende momenten tegen problemen aanlopen. Er gelden dan verschillende procedures om de klacht of het bezwaar bekend te maken. Ik leg dit uit met een (gelukkig zelf bedacht) voorbeeld waarin in alle fasen van het proces iets misgaat:
Bert kan door de ziekte van Parkinson niet meer fietsen op een gewone fiets. Hij meldt zich bij de gemeente en na onderzoek wordt een driewielfiets toegekend. Bert wil een pgb aanvragen, zodat hij de fiets zelf kan aanschaffen. De Wmo-consulent raadt hem dit dringend af. Bert voelt zich onder druk gezet door de consulent en stemt in met een driewielfiets in natura. De leverancier van de gemeente heeft leveringsproblemen, waardoor de fiets pas 7 maanden later bij Bert wordt bezorgd. Het blijkt dan ook nog om een andere driewielfiets te gaan dan tijdens de passing. Bert kan minder goed overweg met de geleverde fiets.
Stel dat Bert zijn ontevredenheid over het proces en de fiets bekend wil maken, dan heeft hij daarvoor de volgende routes:
- Bert kan over het dwingende gedrag van de Wmo-consulent een klacht indienen bij de gemeente en daarna de ombudsman.
- Tegen het besluit om hem een driewielfiets in natura toe te kennen, kan hij in bezwaar bij de gemeente en daarna in beroep bij de bestuursrechter.
- Over de problemen met de levering van de voorziening kan Bert klagen bij de leverancier of de gemeente. Verder kan Bert via de civiele rechter proberen om een schadevergoeding te krijgen.
Dit voorbeeld laat zien dat de rechtsbescherming versnipperd is over verschillende procedures. Dat kan makkelijker dus. Het wetsvoorstel resultaatgericht beschikken regelt daarom dat geschillen over uitvoering van een maatwerkvoorziening helemaal bij de gemeente en de bestuursrechter afgehandeld kunnen worden.
Dat resultaatgericht beschikken niet meer wettelijk wordt geregeld, betekent niet dat ook het voorstel voor eenvoudigere geschilbeslechting in de prullenbak moet.
Ook zonder resultaatgericht beschikken kan geschilbeslechting makkelijker
Bij resultaatgericht indiceren heeft de aanbieder een grotere rol in de invulling van de maatwerkvoorziening, dan als een gemeente in uren indiceert. Het is dan extra belangrijk dat de rechtsbescherming van de cliënt goed geregeld is. Het voorstel voor eenvoudigere geschilbeslechting is daarom onderdeel geworden van het wetsvoorstel dat het mogelijk zou maken dat gemeenten resultaatgericht kunnen beschikken. Maar dat resultaatgericht beschikken niet meer wettelijk wordt geregeld, betekent naar mijn idee niet dat ook het voorstel voor een eenvoudigere geschilbeslechting in de prullenbak moet.
Het voorbeeld van Bert hierboven laat zien dat de procedures ook bij andere indicaties ingewikkeld zijn voor gemeenten en cliënten. Uit een onderzoek van de Nationale ombudsman over de Wmo bleek pas ook dat burgers drempels ervaren bij het indienen van een klacht. Niet alleen omdat ze voor hun zorg afhankelijk zijn van de organisatie waar de klacht zich tegen richt. Ook omdat het vaak niet duidelijk is waar ze de klacht moeten indienen als gemeenten Wmo-taken laten uitvoeren door andere partijen. Als de gemeente altijd het aanspreekpunt is, maakt dit het al een stuk makkelijker.
Ik hoop dus dat het voorstel om de geschilbeslechting makkelijker te maken, niet zomaar van de agenda verdwijnt. Bij Wolters Kluwer Schulinck houden we de ontwikkelingen in de gaten. Wilt u op de hoogte blijven? Neem dan een abonnement op de Kennisbank Schulinck Wmo.