De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 juli 2024 aangegeven geen opmerkingen te hebben over het ontwerpbesluit ‘Verzamelbesluit Besluit bouwwerken leefomgeving 2024’ en adviseert het verzamelbesluit 2024 te nemen. Dit verzamelbesluit zorgt voor de nodige veranderingen in bouwtechisch vergunningvrij bouwen en de handhaving van bouwtechnische voorschriften. Het zou wel eens op 1 januari 2025 in werking kunnen treden. Maar de veranderingen houden daar niet op.
In de volgorde van het verzamelbesluit zelf worden enkele onderwerpen behandeld.
Artikel 2.7a Bbl als opvolger artikel 1b Woningwet
In artikel 2.7a Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is de volgende opvolger opgenomen van artikel 1b Woningwet:
“Artikel 2.7a (voorrangsregel omgevingsvergunning bouwactiviteit algemeen)
Voor zover een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit afwijkt van een in hoofdstuk 4 of 5 gestelde regel, zijn alleen de omgevingsvergunning en de daaraan verbonden voorschriften van toepassing.”
Artikel 2.7a Bbl regelt dat als een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit is verleend in strijd met de bouwtechnische voorschriften voor nieuwbouw of verbouw (hoofdstuk 4 onderscheidenlijk hoofdstuk 5 Bbl) de gemeente die nieuwbouw- of verbouwvoorschriften niet kan handhaven (als overeenkomstig die omgevingsvergunning is gebouwd).
Bovengenoemde rangorde was ook geregeld in artikel 1b Woningwet (vervallen). Het verschil is dat in artikel 1b Woningwet de gemeentelijke bevoegdheid om het Bouwbesluit 2012 (vervallen) te handhaven was opgenomen. Nu het Bbl rechtstreeks werkend is, is deze bevoegdheid niet apart in artikel 2.7a Bbl opgenomen.
Consequenties ontbreken gereedmelding
In artikel 2.22 lid 1 Bbl is opgenomen dat artikel 2.27 (lijst uitzonderingen toch bouwtechnisch vergunningvrij) en artikel 2.29 (landelijke lijst omgevingsplanvergunningvrij) niet van toepassing zijn op een activiteit die wordt verricht in, aan, op of bij een bouwwerk dat is gebouwd of in stand wordt gehouden of wordt gebruikt zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning.
In het verzamelbesluit 2024 wordt aan lid 1 van artikel 2.22 Bbl toegevoegd:
“of gereedmelding, bedoeld in artikel 2.21” (lees: de gereedmelding onder kwaliteitsborging).
Deze wijziging roept de nodige vraagtekens op. Zo is een bouwwerk uit gevolgklasse 1 niet illegaal zolang de gereedmelding onder kwaliteitsborging niet is gedaan. Alleen is de feitelijke ingebruikname in de tussentijd niet toegestaan (op grond van artikel 2.21 lid 1 Bbl). Bovendien lijkt daarmee de gedachte te worden verlaten dat gelijktijdig met het vergunningplichtige deel (hier: meldingsplichtige deel) het vergunningvrije deel van het bouwwerk kan worden gerealiseerd.
Aantal woningen gelijk niet bouwtechnisch relevant
In artikel 2.22 lid 2 Bbl (aantal woningen gelijk tenzij mantelzorg) komt de verwijzing naar artikel 2.27 te vervallen. In artikel 2.27, lid 1, onderdeel a, is geregeld dat bouwactiviteiten die vallen onder gevolgklasse 1 als bedoeld in artikel 2.17 niet onder de bouwtechnische vergunningplicht vallen. Doordat op grond van artikel 2.22 lid 2 bij de toepassing van artikel 2.27 het aantal woningen gelijk moet blijven, zouden woningen gebouwd onder kwaliteitsborging ook niet zijn uitgezonderd van de vergunningplicht. Dit onbedoelde effect is gecorrigeerd met deze wijziging in het verzamelbesluit.
Wijziging lijst bouwtechnisch vergunningplichtige bouwwerken met dak
Alle bouwwerken zijn in beginsel bouwtechnisch vergunningvrij zoals ook volgt uit artikel 5.1 lid 2 onder a Omgevingswet. Er zijn twee lijsten met bouwwerken die sowieso bouwtechnisch vergunnningplichtig zijn: artikel 2.25 Bbl (bouwwerken met dak) en artikel 2.26 Bbl (bouwwerken zonder dak). Daarna moet als uitzondering op de uitzondering worden gekeken in artikel 2.27 Bbl of een bouwwerk niet toch bouwtechnisch vergunningvrij is (met als belangrijkste categorie: gevolgklasse 1).
In het verzamelbesluit 2024 wordt aan artikel 2.25 Bbl toegevoegd als bouwwerk dat bouwtechnisch vergunningplichtig is:
“f. een bouwwerk is waaroverheen een weg, spoorweg of waterweg loopt”.
Een brug die lager is dan 5 meter, is daarmee in beginsel bouwtechnisch vergunningplichtig. Vanuit de veiligheidsgedachte begrijpelijk. Wel is opmerkelijk dat een brug kennelijk een bouwwerk met dak is. Een bruggetje met een overspanning van maximaal 20 meter kan overigens vallen onder gevolgklasse 1 en daarmee toch bouwtechnisch vergunningvrij zijn (zie artikel 2.17 lid 3 onder f samen met artikel 2.27 lid 1 onder a Bbl).
Wijziging lijst bouwtechnisch vergunningplichtige bouwwerken zonder dak
Het nieuwe onderdeel c van artikel 2.26 lid 1 Bbl herstelt een versoepeling van de regels die onbedoeld is ontstaan bij de omzetting van de regels uit bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht(Bor) naar het Bbl. Als een bouwactiviteit inhoudt het plaatsen van een nieuwe brandscheiding of het maken van een doorgang in een dragende binnenmuur, dan volgt uit de toevoeging dat een dergelijke activiteit ook bij bouwwerken lager dan 5 m vergunningplichtig is.
Wijzigingen uitzonderingen toch bouwtechnisch vergunningvrij
Vooral zijn interessant uit het verzamelbesluit 2024 de wijzigingen in artikel 2.27 Bbl waardoor bouwwerken (die vallen onder artikelen 2.25 en 2.26) toch bouwtechnisch vergunningvrij zijn:
“1. Het eerste lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt “vernieuwen of veranderen” vervangen door “vernieuwen, veranderen of vergroten”.
b. Aan onderdeel 3 wordt toegevoegd “, anders dan isolatie in een bestaande spouw met instandhouding van het bestaande buitengevelblad”.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel d vervalt “anders dan het aanbrengen van isolatie in een bestaande spouw met instandhouding van het bestaande buitengevelblad,”.
b. Aan onderdeel f wordt onder vervanging van “; en” aan het slot van onderdeel 1 door een puntkomma en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel 2 door “; en” een
onderdeel toegevoegd, luidende:
3°. niet is voorzien van een verdiepingsvloer of loopbrug;.
c. Onderdeel g komt te luiden:
g. een op de grond staand zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of een vijver;.
d. Aan het slot van onderdeel i wordt “; of” vervangen door een puntkomma.
e. Onderdeel j komt te luiden:
j. een bouwkeet, bouwbord, steiger, heistelling, hijskraan, damwand, terreininrichting of andere hulpconstructie die functioneel is voor bouw-, onderhouds- of sloopwerkzaamheden, tijdelijke werkzaamheden in de grond-, weg- of waterbouw of werkzaamheden met een verplaatsbaar mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 3.322, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bij plaatsing op of in de onmiddellijke nabijheid van het terrein waarop die werkzaamheden worden verricht;.
f. Na onderdeel j worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:
k. een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
l. een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
m. een afscheiding tussen balkons of dakterrassen;
n. een bouwwerk voor een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, dat niet hoger is dan 5 m.”
Als bij een verbouwing in de spouw isolatie wordt aangebracht terwijl het buitengevelblad blijft, is de verbouwing bouwtechnisch vergunningvrij. Ook worden bijvoorbeeld zonnepanelen bouwtechnisch vergunningvrij.
Nog meer wijzigingen toch bouwtechnisch vergunningvrij
Inmiddels is er een opvolgende wijziging van het Bbl in de vorm van een consultatieversie van het “besluit tot ingebruikname en het herstel van enkele wetstechnische gebreken”.
Deze beoogde wijziging houdt in dat niet langer in artikel 2.27 lid 1 onder a Bbl staat dat een gevolgklasse 1-bouwwerk (o.a. grondgebonden woningen) bouwtechnisch vergunningvrij is. Dit is echter geen inhoudelijke wijziging. In de definitie van het gevolgklasse 1 bouwwerk in artikel 2.17 Bbl (zie de aanhef van lid 2) zal tot uitdrukking komen dat een bouwwerk alleen onder gevolgklasse 1 kan vallen waarmee een bouwmelding onder kwaliteitsborging verplicht is als het valt onder een aangewezen bouwwerk met of zonder dak (artikelen 2.25 en 2.26 Bbl). Met andere woorden, eerst moet worden gekeken in artikelen 2.25 en 2.26 Bbl en enkel de bouwwerken die op één van beide lijsten staan, kunnen onder gevolgklasse 1 vallen.
Duidelijk is in ieder geval dat verbouwingen vooralsnog niet door een kwaliteitsborger worden beoordeeld.
De Eerste Kamer maakt het nog ingewikkelder
Tegen de achtergrond van deze beoogde wijzigingen in het toch al complexe bouwtechnisch vergunningvrij bouwen, heeft de Eerste Kamer bij brief van 30 oktober 2024 minister Keijzer verzocht om de Wkb in ieder geval in te trekken voor zover het verbouwingen van gevolgklasse 1 bouwwerken betreft. Nog liever heeft de Eerste Kamer dat het gehele stelsel van kwaliteitsborging door de minister wordt ingetrokken. De bedoeling was vooralsnog dat verbouwingen op 1 juli 2025 onder het stelsel van kwaliteitsborging gaan vallen (en daarmee bouwtechnisch vergunningvrij worden).
Ten tijde van het schrijven van deze blog is de reactie van de minister op dit verzoek van de Eerste Kamer nog niet bekend. Duidelijk is in ieder geval dat verbouwingen vooralsnog niet door een kwaliteitsborger worden beoordeeld.
Het is opmerkelijk dat kort na inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving op 1 januari 2024 zoveel wijzigingen zijn ingepland en dat als het aan de Eerste Kamer ligt er nog meer wijzigingen komen. Dit maakt het voor gemeenten nog ingewikkelder om te bepalen welke regels gelden. Belangrijker wordt op welk moment het bouwwerk is gebouwd om te weten of het bouwtechnisch vergunningvrij is.
Meer weten?
Tijdens onze opleidingen ‘Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet’ ‘Bouwen onder de Omgevingswet’ en ‘De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’ worden alle ins en outs gegeven over de nieuwe bouwregelgeving. De opleidingen geven handvatten om invulling te geven aan de gemeentelijke vergunningverlening, bouwtoezicht en handhaving. Onze opleidingen behandelen de laatste stand van zaken van de publieke bouwregelgeving. De aanzienlijke wijzigingen in de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit en de gevolgen voor handhaving komen aan bod.