Eerder kon je al lezen dat het wetsvoorstellen regent in de Participatiewet. In deze opinie richt ik me op 1 van die wetsvoorstellen en misschien ook wel de meest bekende: de Participatiewet in balans. Ik beperk me hierbij tot de belangrijkste wijzigingen in de Participatiewet.
De regering vraagt de gemeenten om lef te hebben en uit te gaan van vertrouwen
Werk: algemeen maatwerk
Er komt een generieke participatieplicht. Zo verdwijnt de term ‘sociale activering’ uit de wet. Daarvoor in de plaats komt het begrip ‘maatschappelijke participatie’.
De specifieke verplichtingen uit artikel 18 lid 4 komen te vervallen. Net als de taaleis. Dit betekent ook dat het opleggen van maatregelen gaat veranderen. Hiervoor ligt een ander conceptwetsvoorstel: Handhaving Sociale Zekerheid. Dit moet ook uitgewerkt worden in lagere regelgeving.
(Nieuwe) normen
Jongeren
Er komt een speciale norm voor jongeren tussen de 18 en 21 jaar die niet kunnen terugvallen op hun ouders. Nu is dit geregeld via bijzondere bijstand op grond van artikel 12. Dit artikel komt te vervallen. Met de nieuwe norm komt er een ‘basisbedrag’ voor algemene bijstand waar recht op is. Het gaat om een bedrag van € 634,00.[1] Dit bedrag kan wel verhoogd of verlaagd worden. Ophoging is maximaal tot de norm van 21 jaar en ouder.
Niet-rechthebbende partner
De norm voor personen met een niet rechthebbende partner wordt opgehoogd van 50% naar 70%. Voor alleenstaande ouders die geen ALO-kop[2] ontvangen is ook een nieuwe oplossing. De norm voor hen wordt per maand verhoogd met 1/12e deel van de jaarlijkse ALO-kop . Het is dan niet meer nodig om standaard de bijstand af te stemmen via artikel 18 Participatiewet. Met deze aanpassing kan in beginsel er van uit worden gegaan dat wordt voorzien in een bestaansminimum.
Inkomen en vermogen
Giften
Giften moeten in ieder geval worden vrijgelaten tot € 1.200 per kalenderjaar. De gemeente kan ook kiezen voor een hoger bedrag. Melden hoeft pas als het totaal aantal van de giften boven dit bedrag uitkomt. Belanghebbenden moeten dit zelf bijhouden. Ik adviseer de uitvoering om belanghebbenden ondanks dit toch aan te sporen om van alle giften melding te doen. Dit voorkomt onbedoelde schendingen van de inlichtingenplicht. De gemeente kan dan zelf mee in de gaten houden of de grens is bereikt. De regering vraagt de gemeenten om lef te hebben en uit te gaan van vertrouwen.[3]
Inkomen
Niet de verwervingsperiode, maar de uitbetalingsperiode wordt bepalend. Dus wanneer op het moment dat er daadwerkelijk over kan worden beschikt, is het inkomen. Dit geldt óók voor vakantiegeld, eindejaarsuitkering etc. Inkomen waar belanghebbende nog niet over kan beschikken, kan niet worden verrekend.
Voorgesteld wordt dat gemeenten het inkomen van een belanghebbenden kunnen verrekenen met behulp van gegevens uit de Polisadministratie. Er hoeven dan geen loonstroken meer ingeleverd te worden. Voor de voorgestelde werkwijze zie p. 69 e.v. van de Memorie van Toelichting.
Inkomstenvrijlating
Er komt 1 algemene inkomstenvrijlating van 15% voor maximaal 12 maanden aaneengesloten. Met mogelijkheid om te verlengen. Deze wordt ook van toepassing op jongeren. Ook een inkomstenvrijlating voor medisch urenbeperkten staat in het nieuwe wetsvoorstel.
Nieuw is ook dat er geen maximumbedrag meer is. Wel is het zo dat als het inkomen boven de bijstandsnorm komt, er geen recht meer is. Ook als men met vrijlating nog onder de norm zou komen.
Vermogen
Er wordt niet meer uitgegaan van het eerder vastgestelde vermogen. De uitvoering moet uitgaan van het actuele vermogen. Dus ook schulden moeten worden meegenomen. Dit betekent dat tijdens een heronderzoek meer aandacht moet uitgaan naar de ontwikkelingen in het vermogen en er meer aandacht moet uitgaan naar klanten met enig vermogen. Voordeel: het geeft een realistischer beeld van het vermogen en in hoeverre belanghebbende daadwerkelijk in eigen levensonderhoud kan voorzien. Ook hoeft de bijstand minder snel beëindigd te worden, waarbij op de 31ste dag na de beëindiging een nieuw bijstandsrecht kan ontstaan met een daarbij horende nieuwe vermogensvaststelling.
Bufferbudget
Er komt een bufferbudget: maximaal € 1.000,- per 12 maanden.
Aan de ene kant kan het bufferbudget worden ingezet om inkomenshiaten die ontstaan door het verrekenen van inkomen met de bijstandsuitkering aan te vullen.
Van de andere kant kan het bufferbudget worden ingezet om vorderingen die ontstaan door het verrekenen van inkomen te vereffenen. De vordering wordt dus niet kwijtgescholden, maar voldaan vanuit het bufferbudget. Vorderingen kunnen bijvoorbeeld ontstaan doordat iemand de uitkering verlaat en er nog inkomen uit arbeid verrekend moet worden.
Aanvraag
Bij het doen en beoordelen van de aanvraag veranderen een aantal zaken. De hoogte van het voorschot wordt verhoogd van 90 naar 95%. De bijstand kan straks worden toegekend met terugwerkende kracht (maximaal 3 maanden). Ook het doen van een aanvraag wordt versoepeld:
- Aanvraag doen met DigiD of rijbewijs
- Na melding direct een aanvraag kunnen indienen[4]
- Mogelijkheid om de zoekperiode voor jongeren los te laten
- Meldingsdatum van een afgewezen aanvraag Bbz, IOAW of IOAZ geldt als meldingsdatum voor de bijstand
- Mogelijkheid overnemen gegevens uit eerdere bijstandsperiode na onderbreking van maximaal 12 maanden
Mantelzorg
Met de wijzigingen komt er meer oog voor mantelzorg. Er wordt geen gezamenlijke huishouding meer aangenomen als sprake is van een zorgbehoefte bij een van de twee bewoners. Ook als het niet gaat om eerste of tweedegraads bloedverwanten. Hiermee is dit artikel niet meer in strijd met artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.[5] Ook wordt wettelijk geregeld dat mantelzorg niet beschouwd wordt als op loon waardeerbare arbeid.
Meer weten?
Wil jij precies weten hoe de Participatiewet in balans in elkaar steekt? Schrijf je dan in voor onze opleiding Participatiewet in balans. Natuurlijk wordt ook de Kennisbank Schulinck Participatiewet aangepast zodra de wijzigingen intreden.
[1] Dit bedrag zal waarschijnlijk nog worden geïndexeerd
[2] Alleenstaande ouderkop, geregeld in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).
[3] MvT, p. 39
[4] MvT, p. 52
[5] Zie hierover ook: CRvB 24-1-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:218.