De inzet van alfahulpen levert altijd de nodige stof voor discussie op. In de huidige Wmo kan hulp bij het huishouden door een alfahulp niet in natura worden geboden. Het staat een belanghebbende wel vrij om met een persoonsgebonden budget zelf een alfahulp in te schakelen. Hoe zat dat allemaal ook alweer? En wat verandert er vanaf 1 januari 2015?
De huidige situatie
In de huidige Wmo is de inzet van alfahulp in de vorm van een voorziening in natura niet mogelijk. In artikel 6 lid 2 Wmo is namelijk het volgende bepaald: ‘ Indien een derde de voorziening in natura verricht, draagt het college van burgemeester en wethouders er zorg voor dat op de persoon, die de voorziening in natura ontvangt, geen werkgevers- of opdrachtgeversverplichtingen komen te rusten’. Als de hulp bij het huishouden geleverd wordt door een alfahulp, rusten op de belanghebbende werkgeversverplichtingen. De inzet van een alfahulp kan dan ook nooit een voorziening in natura zijn.
Voor het verstrekken van een persoonsgebonden budget geldt artikel 6 lid 2 Wmo niet. Een belanghebbende kan een alfahulp dus wel zelf, middels een persoonsgebonden budget, inhuren.
Regeling dienstverlening aan huis
De Regeling dienstverlening aan huis heeft, naar mijn mening, geen invloed op het bovenstaande verhaal. Zelfs de afschaffing van de Regeling dienstverlening aan huis zou geen invloed hebben op de mogelijkheid voor het inzetten van een alfahulp.
Bij de inzet van een alfahulp kan de arbeidsovereenkomst onder de Regeling dienstverlening aan huis vallen als de alfahulp maximaal 3 dagen per week werkzaamheden verricht. De belanghebbende hoeft dan geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen af te dragen voor de alfahulp. De belanghebbende blijft een aantal werkgeververplichtingen houden waardoor artikel 6 lid 2 Wmo onverkort van toepassing blijft.
Wmo 2015
In het wetsvoorstel Wmo 2015 is een bepaling zoals artikel 6 lid 2 Wmo niet opgenomen. Ook uit de toelichting van het wetsvoorstel blijkt nergens dat bij een maatwerkvoorziening in natura geen werkgeversverplichtingen op belanghebbende mogen rusten. Op grond van de tekst van de wet is het straks dus mogelijk om een alfahulp als voorziening in natura in te zetten. Dat is nogal wat. De belanghebbende wordt dan immers ongevraagd opgezadeld met een hele hoop verplichtingen en verantwoordelijkheden ten aanzien van de alfahulp. Ik vraag me dan ook af of het verdwijnen van een bepaling als artikel 6 lid 2 Wmo een bewuste keuze van de regering is geweest of dat deze per ongeluk niet is overgenomen. De vraag is of de rechter er geen stokje voor gaat steken als gemeenten de afahulp in natura gaan verstrekken en de burger daardoor met werkgeversverlichtingen opzadelen. Dat zal de toekomst uitwijzen.
De inzet van een alfahulp door middel van een persoonsgebonden budget blijft ook mogelijk. Door de invoering van het trekkingsrecht in de Wmo 2015 doet de SVB namens het college de betalingen uit het persoonsgebonden budget. Het verschil met de huidige situatie is dat de SVB rechtstreeks aan de hulpverlener of het bemiddelingsbureau betaalt. De betaling loopt, ook bij de inzet van een alfahulp, niet meer via de belanghebbende zelf.