In onze helpdesk komen de laatste weken veel vragen binnen over de herbeoordeling van cliënten met een persoonsgebonden budget. Het gaat dan om de groep cliënten die voorheen onder de AWBZ vielen en die in 2015 onder het overgangsrecht vallen. Het overgangsrecht loopt af op 1-1-2016, alle cliënten met een AWBZ-indicatie moeten in principe voor 1 januari 2016 herbeoordeeld zijn door het college.
Met betrekking tot de cliënten met een persoonsgebonden budget heeft de staatssecretaris begin augustus aan gemeenten gevraagd:
- de besluitvorming over de herbeoordelingen van cliënten Wmo2015 zoveel als mogelijk uiterlijk 1 oktober klaar te hebben; en
- voor die tijd de toekenningsberichten correct en geautomatiseerd aan te leveren bij de SVB.
Hiermee wil de staatssecretaris voorkomen dat bij de SVB dezelfde problemen ontstaan als begin 2015. Gelet op het vrij korte tijdsbestek waarbinnen alle herbeoordelingen plaats moeten vinden, is er weerstand bij gemeenten ontstaan. Om gemeenten tegemoet te komen en de cliënt niet de dupe te laten worden heeft de staatssecretaris een oplossing aangeboden. Gemeenten kunnen kiezen uit twee scenario’s.
Scenario 1: herbeoordelen voor 1-10-2015
Alle indicaties van cliënten die onder het overgangrecht AWBZ vallen, lopen af op 31-12-2015. Volgens de Wmo 2015 moeten al deze cliënten herbeoordeeld worden. Voor elke individuele cliënt moet een onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 Wmo 2015 plaatsvinden. Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek kan het college een passende oplossing bieden geheel volgens de Wmo 2015 en het gemeentelijk beleid. Afhankelijk van het aantal cliënten in deze groep kan dit een erg tijdrovende klus zijn voor gemeenten. Niet in de laatste plaats omdat de staatssecretaris pas in augustus de deadline van 1-10-2015 bekend heeft gemaakt voor de cliënten met een AWBZ-pgb.
Scenario 2: het persoonsgebonden budget verlengen
Na veel protest van gemeenten en tussenkomst van de VNG heeft de staatsecretaris een oplossing geboden. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om de betreffende cliënten niet nu te herbeoordelen. Zij kunnen het persoonsgebonden budget verlengen. Als de gemeente ervoor kiest om het persoonsgebonden budget te verlengen dan wordt dit tot minimaal 1 mei 2016 verlengd. Dit is afgesproken in een bestuurlijk overleg met de VNG en andere betrokken partijen. Gemeenten krijgen op deze manier een beetje lucht. De ruimte die gemeenten krijgen door voor dit scenario te kiezen moeten zij wel benutten om het onderzoek uit te voeren.
Gemeenten die het budget willen verlengen, zullen op grond van de Wmo een beschikking moeten afgeven. Voor de cliënt staat daarmee ook de weg naar bezwaar en beroep open.
Zowel de deadline van 1-10-2015 voor het herbeoordelen van persoonsgebonden budgetten als ook de mogelijkheid om het persoonsgebonden budget te verlengen tot 1-5-2016 berusten op bestuurlijke afspraken. Zover nu bekend wordt de wet zelf niet aangepast. Bestuurlijke afspraken gaan nooit boven de wet. Strikt juridisch gezien overtreden gemeenten dus de wet als zij kiezen voor het ambtshalve zonder nader onderzoek verlengen van de persoonsgebonden budgetten. Er wordt immers niet voldaan aan de vereisten die de Wmo 2015 stelt aan het onderzoek. Een rechter kijkt naar de rechtmatigheid van een besluit en is niet gehouden aan bestuurlijke afspraken.
Misverstand: geen verlenging overgangsrecht
Een misverstand dat bij gemeenten heerst is dat het overgangsrecht is verlengd. Artikel 8.3 Wmo 2015 bepaalt dat het overgangsrecht op 31-12-2015 eindigt. Het verlengen van het persoonsgebonden budget wil niet zeggen dat daarmee het overgangsrecht ook wordt verlengd. De wettekst zelf wordt vooralsnog niet aangepast. Vanaf 1-1-2016 is de Wmo 2015 volledig van toepassing op deze cliënten. Dit betekent dat vanaf 1-1-2016 ook een bijdrage in de kosten op grond van artikel 2.1.4 Wmo 2015 gevraagd mag worden. In alle gevallen moet wel een beschikking afgegeven worden, de rechten en plichten van de cliënt wijzigen immers.
Herbeoordeling naturaverstrekkingen
Voor cliënten die onder het overgangsrecht vallen en een voorziening in natura hebben, geldt de deadline van 1-10-2015 niet. Deze deadline geldt alleen voor persoonsgebonden budgetten in verband met de verwerkingstijd bij de SVB. Voor cliënten met een voorziening in natura geldt dat zij gewoon, volgens de strekking van artikel 8.3 Wmo 2015 voor 1-1-2016 herbeoordeeld moeten worden.