Stelt u zich de volgende situatie voor: Een meneer van 90 heeft moeite met traplopen. Hij meldt zich bij de gemeente met een aanvraag voor een traplift. Hij moet namelijk een trap op om zijn slaap- en badkamer te kunnen bereiken. Mag de gemeente deze aanvraag dan afwijzen omdat deze situatie voorzienbaar was, gezien de leeftijd van meneer? Kan er gezegd worden dat deze meneer maar alvast had moeten gaan verhuizen, of had moeten sparen voor een traplift?
Uit verschillende recente rechtbankuitspraken blijkt dat een voorziening niet kan worden geweigerd omdat deze op basis van de leeftijd van de cliënt voorzienbaar zou zijn (zie Rechtbank Rotterdam 01-05-2015, nr. 14/3684 ROT en Rechtbank Gelderland 26-02-2015, nr. 13/8130). Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de CRvB, waaruit volgt dat een woonvoorziening niet kan worden geweigerd omdat gelet op de leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn (zie CRvB 15-12-2010, nr. 09/1591 WMO en CRvB 09-05-2012, nr. 10/3477 WMO). De CRvB oordeelt dat bij een verhuizing te veel (individuele) factoren een rol spelen om de kosten van een verhuizing – uitsluitend op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie – als algemeen gebruikelijk te kwalificeren.
Bovengenoemde uitspraken zijn gedaan onder de Wmo 2007. Het is wachten op de eerste uitspraken onder de Wmo 2015, maar het lijkt er niet op dat de mogelijkheden met betrekking tot voorzienbaarheid nu uitgebreider zijn dan voorheen. Er kan immers nog steeds gezegd worden dat er te veel subjectieve factoren een rol spelen om met zekerheid te kunnen zeggen welke beperkingen op welk moment voorzienbaar zouden zijn. Van een persoon van 90 kun je zeggen dat de kans groot is dat hij moeite heeft met traplopen, maar dat geldt niet voor iedere 90-jarige. En al zou je dat nu wel zo zijn, waar trek je dan de grens? Vanaf welke leeftijd mag je dan zeggen dat iemand er maar rekening mee moet houden dat hij moeite zou krijgen met traplopen?
Daarbij kan een ander persoon misschien al op zijn 60ste moeite krijgen met traplopen. Als je dan als gemeente aan deze persoon wel een traplift verstrekt, bevoordeel je deze persoon dan niet ten opzichte van oudere personen?
Naar mijn mening is de enige situatie waarin een gemeente wel de aanvraag voor een woonvoorziening kan afwijzen als een cliënt bij het betrekken van een nieuwe woning geen rekening heeft gehouden met zijn gezondheidssituatie. Denk daarbij aan de situatie dat iemand die niet kan traplopen, verhuist naar een woning waar hij de trap op moet om zijn slaap- en badkamer te bereiken. Deze persoon is dan simpelweg naar een ongeschikte woning verhuisd. Hij had moeten weten dat hij in deze woning deze beperkingen zou ervaren. Over een dergelijk situatie is ook al jurisprudentie verschenen (zie CRvB 15-05-2013, nr. 11/713 WMO). Dat is echter wel iets heel anders dan te verlangen dat de cliënt er rekening mee houdt dat hij in de toekomst op enig moment mogelijk beperkingen gaat ervaren, bijvoorbeeld op basis van leeftijd of woon- of gezinssituatie of omdat dit in de lijn der levensverwachting ligt.
Kortom, de mogelijkheden met betrekking tot voorzienbaarheid zijn voor gemeenten erg beperkt. Maar dat staat er niet aan in de weg om aan burgers te vragen om na te denken over hun woonsituatie en als ze gaan verhuizen rekening te houden met hun gezondheidssituatie. Naar mijn mening doen gemeenten er dan ook verstandig aan om in te zetten op bewustwording hiervan.