De roep om maatwerk in het sociaal domein wordt steeds groter. Maar dat is best lastig! Laat u alle regels los en kent u besluiten gewoon toe ‘op gevoel’ of legt u maatwerk langs de lat van objectieve normen?
Objectieve criteria
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in de uitspraken van 18 mei 2016 geoordeeld dat het gemeentebestuur grote vrijheid heeft bij de uitvoering van de Wmo 2015. Die vrijheid vindt in ieder geval een grens in de compensatieplicht. Deze bepaalt dat een maatwerkvoorziening een passende bijdrage moet leveren aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de cliënt. Hieruit vloeit voort dat indien het onderzoek uitwijst dat in het concrete geval maatwerk moet worden geboden, niet kan worden volstaan met standaardoplossingen.
De CRvB heeft eerder al geoordeeld dat beleidsregels waarin een tijdsnormering wordt gesteld, op objectieve criteria moeten berusten, gebaseerd op deugdelijk onderzoek.
Wat is een deugdelijk onderzoek?
Vanuit jurisprudentie worden er allerlei eisen gesteld aan een deugdelijk onderzoek . Rechtbanken blijken echter toch nog verdeeld over de vraag of bepaald onderzoek al dan niet voldoende deugdelijk is. En of gemeenten hun besluit dus hierop mogen baseren.
Kijken we bijvoorbeeld naar het KPMG-onderzoek (normtijden voor hulp bij het huishouden) dan zijn alle rechtbanken het erover eens dat dit onderzoek voldoende objectief en onafhankelijk is uitgevoerd. Verschil van mening bestaat echter over de deugdelijkheid van het onderzoek zelf. Waar de meeste rechtbanken hier niet op ingaan, overweegt de Rechtbank Gelderland dat de urennormen zijn gebaseerd op gemiddeldes. Er is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de grootte van de woning en de samenstelling van het huishouden. Dat acht hij in strijd met de strekking van de Wmo 2015. Het is immers de taak van de gemeente om te allen tijde maatwerk toe te passen, dus ook bij de standaard taken. De gemeente is in hoger beroep gegaan. Het is afwachten wat de CRvB hiervan zal vinden.
Maar al met al lijkt het dus niet zo eenvoudig om normtijden vast te stellen die de rechterlijke toets kunnen doorstaan. Ik zie hier een rol weggelegd voor de VNG.
Maatwerk
In het geval je beschikt over een goed “normenpakket”, dan ben je al een heel eind. Vergeet echter niet om het resultaat van je toets aan de normen nog eens langs de meetlat van de compensatieplicht te leggen: levert het resultaat nu echt een passende bijdrage? Dat is het sluitstuk en de daadwerkelijke maatwerktoets!
Vergeet echter niet om het resultaat van je toets aan de normen langs de meetlat van de compensatieplicht te leggen
We moeten beseffen dat bij maatwerk de een iets anders krijgt dan de ander. Van belang is dat je kunt verdedigen waarom dat verschil er is. Streven moet zijn dat je er samen met de hulpvrager uitkomt. In de meeste gevallen zal daar ook sprake van zijn indien het onderzoek zorgvuldig plaats heeft gevonden. In de gevallen waar de meningen uiteen lopen, is het extra van belang om goed te motiveren hoe de vorm en omvang van de ondersteuning tot stand is gekomen.