Toen in 2012 gemeenten wettelijk verantwoordelijk werden voor de schuldhulpverlening aan hun inwoners, is er in veel gevallen voor gekozen om de schuldbemiddeling tegen betaling uit te besteden aan private schuldbemiddelaars. Deze verrichten over het algemeen goed werk maar zijn wettelijk gezien niet bevoegd om schulden te bemiddelen. Deze onbevoegdheid levert problemen op als het minnelijk traject mislukt en een schuldenaar via de Wsnp zijn problemen op wil lossen. De Staatssecretaris heeft nu een wetsvoorstel ingediend om deze problemen op te lossen. In deze opinie behandel ik de gekozen oplossing en zal ik ook de aandachtspunten voor de gemeente nader belichten.
Schuldbemiddeling tegen betaling is op dit moment wettelijk verboden. Enkel de instanties en personen genoemd in artikel 48 Wck, waaronder de gemeente, zijn bevoegd om te bemiddelen bij schulden. Private schuldbemiddelingsinstanties worden niet genoemd in 48 Wck maar worden door gemeenten wel vaak ingeschakeld voor de schuldhulpverlening. Helaas is het voor de gemeente niet mogelijk om bijvoorbeeld via mandaat de private schuldbemiddelaar bevoegd te maken.
In de praktijk loopt men tegen twee problemen aan
In de praktijk lopen de schuldenaar en de gemeente eigenlijk pas tegen problemen aan als het minnelijk traject mislukt en een schuldenaar graag via de wettelijke schuldsanering van zijn schulden af wil komen. Ze ondervinden dan twee problemen:
- Om toegang te kunnen krijgen tot de Wsnp moet een bevoegde schuldbemiddelaar een poging hebben gedaan om tot een schuldregeling te komen met de schuldeisers. Private schuldbemiddelaars zijn echter niet bevoegd.
- Een bevoegde instantie moet de verplichte Wsnp-verklaring afgeven waarin wordt uitgelegd waarom deze poging is mislukt en waarom er geen reële mogelijkheden zijn om nog tot zo’n regeling te komen. Een private schuldbemiddelaar is niet bevoegd om deze verklaring af te geven.
Schuldenaren die via de gemeente geholpen zijn door een private schuldbemiddelaar lopen dus het risico dat zij niet toegelaten worden tot de Wsnp. In de verzamelwet 2019 wordt voorgesteld om de twee wetten die deze problemen veroorzaken aan te passen. De eerste wet die aangepast zou moeten worden is de Wet op het consumentenkrediet waarin het verbod op schuldbemiddeling tegen betaling is vastgelegd. De tweede wet is de Faillissementswet waarin is vastgelegd wie de Wsnp-verklaring mag afgeven.
Wat gaat er veranderen
Als het wetsvoorstel wordt ingevoerd dan is vanaf dat moment schuldbemiddeling door private instellingen die zich in opdracht en voor rekening van de gemeente met schuldbemiddeling bezig houden niet langer verboden. Hiermee is het eerste probleem opgelost.
Een goede ontwikkeling waardoor praktijk en wetgeving weer beter op elkaar aansluiten
Daarnaast wordt de groep personen en instellingen die de Wsnp-verklaring af mogen geven uitgebreid. Ten eerste mogen na de wetswijziging de personen genoemd in artikel 48 lid 1 sub c Wck officieel zelfstandig een Wsnp-verklaring afgeven. Op zich is dit voor de praktijk natuurlijk geen echte wijziging, want de Hoge Raad had dit in 2010 al beslist. Maar wel fijn dat dit na 8 jaar meegenomen wordt in de wetgeving.
Wat wel nieuw is, is dat daarnaast ook instellingen die zich in opdracht en voor rekening van gemeenten met schuldbemiddeling bezig houden de Wsnp-verklaring af mogen geven. Er is één formeel vereiste waaraan voldaan moet worden. De gemeente moet de bevoegdheid om de Wsnp-verklaring af te geven nog wel mandateren aan deze instellingen.
Wat voor deze laatste groep ook nieuw is, is dat samen met deze bevoegdheid ook meteen de verplichting wordt geregeld om mee te werken aan het afgeven van de Wsnp-verklaring als daarom gevraagd wordt.
Aandachtspunten voor de gemeente
Al met al is dit een goede ontwikkeling waardoor praktijk en wetgeving beter op elkaar aansluiten. Wel zijn er twee aandachtspunten voor de gemeente. De eerste is natuurlijk dat er, indien dat gewenst is, een mandaat gegeven moet worden voor het afgeven van de Wsnp-verklaring. De tweede is dat de bevoegdheid tot schuldbemiddelen enkel geldt voor private instellingen die zich in opdracht en voor rekening van de gemeente met schuldbemiddeling bezig houden. Dit gegeven moet voor insolventierechters wel objectief toetsbaar zijn. Het is daarom aan te bevelen dat gemeenten in een beschikking vastleggen dat de private schuldbemiddelaar zich voor de betreffende burger met schuldbemiddeling bezig houdt in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Op 16 oktober is deze verzamelwet 2019 als hamerstuk afgedaan door de eerste kamer. Het ligt in de lijn der verwachting dat het bovenstaande op 1 januari 2019 in werking zal treden.