Jeugdigen die als gevolg van een psychische beperking, bijvoorbeeld autisme, levenslang zorg nodig hebben, krijgen tot hun 18e jaar geen toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz). Staatssecretaris Blokhuis van VWS heeft die knoop onlangs doorgehakt. Volwassenen met deze problematiek kunnen vanaf 2021 wél aanspraak maken op Wlz-zorg. Dat is althans het plan van het kabinet dat nu een wetsvoorstel aan het voorbereiden is om dit te regelen. Dit betekent dat jeugdigen met psychische problematiek, ook bij een grote zorgbehoefte, onder de Jeugdwet blijven vallen. Een goede aanleiding om nog eens stil te staan bij de samenloop tussen de Wlz en de Jeugdwet. En waarom de Staatssecretaris dit verschil in behandeling tussen jeugdigen en volwassenen gerechtvaardigd acht.
Aanspraak op de Wlz
Mensen die blijvend 24 uur toezicht of zorg in de nabijheid nodig hebben, kunnen een indicatie krijgen voor zorg uit de Wlz. Voorwaarde is wel dat die 24-uurs zorgbehoefte wordt veroorzaakt door een in de Wlz genoemde beperking, zoals een verstandelijke beperking of een lichamelijk beperking. De oorzaak voor de 24-uurs zorgbehoefte is dus van belang. Want komt die zorgbehoefte (voornamelijk) voort uit een psychische beperking, dan vormt dat op dit moment nog geen geldige reden om Wlz-zorg te kunnen krijgen.
Dat die onderliggende oorzaak voor de 24-uurs zorgbehoefte zo van belang is, wordt in de praktijk nog wel eens over het hoofd gezien. Waardoor het misverstand kan bestaan dat ‘zware’ zorg, altijd onder de Wlz hoort te vallen. Maar dat is dus niet zo. Als iemand door een psychische stoornis blijvend behoefte heeft aan 24-uurs zorg, dan kan die persoon op dit moment nog geen toegang krijgen tot de Wlz. Voor volwassenen zal dat gaan veranderen als de plannen van het kabinet doorgaan. Maar voor kinderen niet.
Kinderen met 24-uurs zorgbehoefte
Bij kinderen spelen in de praktijk een aantal factoren die het lastig kunnen maken om te bepalen of ze in aanmerking komen voor zorg uit de Wlz. Zo is het vanwege de leeftijd soms moeilijk te beoordelen in hoeverre sprake zal zijn van een ‘blijvende’ behoefte aan 24-uurs zorg. Verder is het bij meervoudige problematiek soms lastig te beoordelen of de 24-uurs zorg vooral voortvloeit uit (bijvoorbeeld) de verstandelijke of lichamelijke beperking of uit de psychische beperking. Is duidelijk dat de zware zorgbehoefte vooral veroorzaakt wordt door een verstandelijke of lichamelijke beperking, dan kan de jeugdige een Wlz-indicatie krijgen. Maar komt het door psychische problematiek, dan blijft de weg naar de Wlz afgesloten.
Psychische zorg valt voor minderjarigen onder de Jeugdwet. Dat geldt ook voor kinderen met een Wlz-indicatie. Jeugdhulp en een Wlz-indicatie kunnen dus prima naast elkaar bestaan. Ook hier bestaan in de praktijk nogal eens misverstanden over, vanuit de gedachte dat de Wlz een totaalpakket is met alle mogelijke vormen van zorg. Maar bepaalde zorg, zoals psychische zorg of pleegzorg, biedt de Wlz niet. En daarvoor kan dus jeugdhulp nodig zijn, naast de zorg vanuit de Wlz.
Jeugdhulp en een Wlz-indicatie kunnen prima naast elkaar bestaan.
Verschil Wlz-toegang tussen jeugdigen en volwassenen
Waarom heeft de staatssecretaris nu besloten om jeugdigen die vanwege psychische problemen blijvend zware zorg nodig hebben tot hun 18e jaar buiten de Wlz te laten? De staatssecretaris bleek zelf ook te worstelen met deze vraag. Verschillende kamerleden hebben hier vragen over gesteld. Ook de Raad van State (die overigens kritisch is op het hele wetsvoorstel) heeft het kabinet gevraagd dit punt nog eens goed te bekijken.
Het belangrijkste argument dat de staatssecretaris uiteindelijk geeft, lijkt te zijn dat de Jeugdwet meer mogelijkheden geeft voor een integrale benadering en zorg op maat. Al met al een niet erg overtuigend standpunt als je het mij vraagt. Wat sterk mee lijkt te hebben gewogen, is dat men geen nieuwe discussie wilde starten over de financiering van de jeugd-ggz. Het kabinet geeft daarnaast als argument dat jeugdigen niet gebaat zijn met een discussie over de vraag in welk stelsel ze geholpen moeten worden. Waar het om gaat is dat ze goede zorg krijgen. En dat is natuurlijk helemaal waar. Maar tegelijkertijd is dat precies de kritiek die de Raad van State heeft op dit hele wetsvoorstel.
Hoe dan ook, voor jeugdigen gaat er voorlopig niets veranderen. Desalniettemin is het naar mijn mening wel van belang dat gemeenten goed en zorgvuldig met deze doelgroep omgaan. Eén van de belangrijkste redenen die ouders en jeugdigen aandragen voor toegang tot de Wlz, is dat het rust geeft. Een Wlz-indicatie geldt in principe namelijk voor onbepaalde tijd. Het maakt voor ouders en kinderen veel verschil als ze niet steeds opnieuw een nieuwe indicatie hoeven aanvragen. Gemeenten kunnen deze continuïteit ook bieden, door langere indicaties af te geven. De staatssecretaris roept gemeenten daarom op hiermee aan de slag te gaan en die oproep kan ik alleen maar ondersteunen.
Wil je meer weten over de afbakening tussen Jeugdwet, Wlz en andere zorgwetten? Samen met mijn collega Inge Scherpenzeel geef ik cursus over de afbakening van de verschillende zorgwetten. Wij praten je hier graag over bij.