Deze opinie is eigenlijk geen opinie, maar meer een antwoord op de verwarring die kan optreden in de praktijk. We kennen al een smal (ook wel ‘eng’) moratorium en per 1 januari 2017 (beoogde inwerkingtreding) komt daar het breed wettelijk moratorium bij. Hierna schets ik de belangrijkste verschillen tussen deze twee moratoria.

Moratorium?

In het recht wordt een moratorium (afkomstig van het Latijnse morari = uitstellen) gebruikt in de zin van ‘uitstel’, ‘opschorting’ en voor het (tijdelijk) ‘bevriezen’ van een bepaalde juridische situatie. De wetgever gebruikt in beide gevallen ook wel het woord ‘afkoelingsperiode’. Om het verschil tussen beide afkoelingsperioden helder te houden heb ik het hierna over het smal en breed moratorium. NB. In de praktijk struikelt men vaak over het woord en heeft het dan over ‘mortuarium’, wat – hoewel ook hier sprake is van een bepaalde afkoeling – toch echt heel iets anders is.

Smal moratorium: adempauze ter versterking minnelijk traject

Het stabiliseren en in kaart brengen van schulden en vervolgens het doen van een aanbod aan schuldeisers kan soms maanden in beslag nemen. Mocht een schuldenaar tijdens deze periode in een bedreigende situatie terechtkomen, bijvoorbeeld omdat hij uit zijn woning gezet wordt, dan kan dit het voorstel voor een schuldregeling frustreren of zelfs onmogelijk maken. Om dit te voorkomen is het smalle moratorium in het leven geroepen (artikel 287b Faillissementswet). Het biedt in drie situaties (zie hierna) een tijdelijke adempauze die de schuldenaar in staat moet stellen het minnelijk traject voort te zetten om met zijn schuldeisers een regeling van zijn schulden te bereiken of af te ronden.

Als een rechter een moratorium uitspreekt dan mag een schuldeiser voor een bepaalde periode geen gebruik maken van de bevoegdheden die hij heeft uit hoofde van zijn openstaande vordering. In het verzoekschrift moet aangegeven worden tegen welke schuldeiser het moratorium moet werken.

Als een minnelijke schuldenregeling op voorhand geen kans van slagen heeft, dan is het aanvragen van een smal moratorium zinloos en uitsluitend een vorm van tijdrekken.

Breed wettelijk moratorium: adempauze om tot een financieel stabiele situatie te komen

Het beoogde einddoel van het breed moratorium (artikel 5 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening) is financiële stabiliteit. Het kan worden ingezet op het moment dat het maar niet lukt om de schuldensituatie te stabiliseren, omdat bepaalde schuldeisers door hun wijze van incasseren de financiële situatie van de schuldenaar blijven destabiliseren. Denk aan de situatie dat er herhaaldelijk nieuwe schulden worden gegenereerd in de vorm van nieuwe en – gezien de betalingsonmacht van de schuldenaar – onnodige incassokosten, ofwel het starten van incasso’s waarbij geen rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet (waardoor de schuldenaar nieuwe schulden zal moeten maken om in zijn levensonderhoud te voorzien).

Het breed moratorium kan al vroeg in het proces worden ingezet

Een belangrijk verschil met het smalle moratorium is dat er helemaal nog geen zicht op een schuldregeling hoeft te zijn. Het breed wettelijk moratorium kan dus al vroeg in het proces worden ingezet. Dit is een groot verschil met het al bestaande smalle moratorium, dat in principe pas ingezet kan worden als er al concreet zicht bestaat op een schuldregeling.

Wie vraagt aan?

Beide voorzieningen moeten via een verzoekschrift bij de rechtbank worden verzocht. Het smalle moratorium kan door de schuldenaar en burgemeester en wethouders worden verzocht. Het verzoek breed moratorium kan alleen door het college worden ingediend.

Werking

Het smal moratorium kan slechts worden toegekend in de volgende drie bedreigende situaties:

  1. Gedwongen woningontruiming
  2. Beëindiging van gas, elektra of water (afsluiting)
  3. Opzegging of ontbinding van de zorgverzekering

Het smal moratorium is dus beperkt tot de verhuurder, energieleverancier en zorgverzekeraar. Het brede moratorium daarentegen ‘werkt’ ten aanzien van alle schuldeisers van een schuldenaar. Er hoeft bij het brede moratorium ook geen sprake te zijn van een bedreigende situatie, maar wel van een instabiele financiële situatie, veroorzaakt door een of meerdere schuldeisers.

Conclusie

Het breed wettelijk moratorium kan al vroeg in het proces worden ingezet. Dit is een groot verschil met het al bestaande smalle moratorium, dat in principe pas ingezet kan worden als er al concreet zicht bestaat op een schuldregeling. Een tweede belangrijk verschil is dat het smalle moratorium alleen ingezet kan worden in drie bedreigende situaties. Het breed wettelijk moratorium kent die beperking niet. Ten slotte kan het smal moratorium ook door de schuldenaar zelf worden verzocht bij de rechtbank. Bij het breed wettelijk moratorium heeft hij die bevoegdheid niet.