In 2012 kreeg de gemeente via de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) officieel de taak om inwoners te ondersteunen bij het vinden van een oplossing voor hun problematische schulden. In de praktijk vertalen de meeste gemeenten deze taak door (slechts) een schuldhulpverleningstraject aan te bieden als een minnelijke schuldregeling in de nabije toekomst mogelijk is. Tijdens de schuldhulpverlening wordt meestal alleen toegewerkt naar de totstandkoming van die minnelijke regeling. Hiermee laat de gemeente hulpverleningskansen liggen.
Niet alleen tijdens het minnelijk traject, maar ook daarbuiten zou een extra traject dat meer gericht is op het ondersteunen van schuldenaren een goede toevoeging zijn aan de bestaande schuldhulpverlening.
Ondersteuning aan mensen voor wie een schuldregeling niet mogelijk is
Door in te zetten op hulpverlening die breder is dan alleen de hulp gericht op het bereiken van een minnelijke regeling, kan de gemeente een vangnet creëren. Dit vangnet is bedoeld voor schuldenaren die (nog) niet toegelaten kunnen worden tot het ‘normale’ schuldhulpverleningstraject en voor schuldenaren bij wie dit traject tussentijds is beëindigd. Aan deze groepen kunnen producten als budgetbeheer, budgetcoaching, cursussen en informatie en adviesgesprekken aangeboden worden. Daarnaast kan worden gedacht aan stabilisatie en aan het treffen van betalingsregelingen om erger te voorkomen. De toelatingseisen, verplichtingen en recidivebepalingen kunnen veel ruimhartiger opgezet worden dan de regels die gehanteerd worden in het normale schuldhulpverleningstraject. Ook kan er rekening gehouden worden met een doorstroom naar het normale schuldhulpverleningstraject. Met deze hulp is een steeds groter wordende groep schuldenaren zeer gebaat. De gemeente heeft genoeg kennis en contacten in huis om deze groep hulpvragers te ondersteunen en om een neerwaartse spiraal te voorkomen. Deze vormen van schuldhulpverlening kunnen vervolgens ook op andere terreinen ingezet worden. Daar ga ik hierna op in.
Ondersteuning en nazorg bij schuldenbewind
Ook schuldenaren waarvan het vermogen onder meerderjarigen(schulden)bewind staat zouden gebaat zijn bij een ondersteunend schuldhulpverleningstraject van de gemeente. Een zuiver schuldenbewind is een zwaar instrument, zeker voor de langere termijn. Schulden zijn immers niet per definitie een probleem waardoor men permanent het vermogen verliest om zelf zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Bewind is echter niet gericht op het zelfredzaam maken van de schuldenaar. Hier ligt voor de gemeente dan ook een hulpverleningskans want hoe eerder de schuldenaar weer zelf zijn vermogensrechtelijke belangen kan behartigen, hoe beter. Ook als het beschermingsbewind eindigt kan een schuldenaren via een schuldhulpverleningstraject begeleid worden om terugval in slechte gewoonten te voorkomen. Bijkomend voordeel is dat de gemeente door op dit punt te ondersteunen meer contact krijgt met de bewindvoerders.
Begeleiding bij een Wsnp-traject
De gemeente kan tenslotte ook een zeer waardevolle rol vervullen tijdens het Wsnp-traject. Vanaf het moment dat de schuldenaar wordt toegelaten tot de Wsnp is hij overgeleverd aan het regime van de Faillissementswet. Dit regime is erop gericht dat er in drie tot vijf jaar zoveel mogelijk gespaard wordt voor de schuldeisers. Een bewindvoerder ziet erop toe dat dit gebeurt en kan de schuldenaar ook verplichtingen opleggen om dit doel te bereiken. Het regime is echter niet opgezet om de schuldenaar adequaat te ondersteunen. De bewindvoerder is er enkel als toezichthouder. De verantwoordelijkheid voor het afdragen aan de boedel en het voldoen aan alle verplichtingen ligt bij de schuldenaar zelf. Wie tijdens en na het Wsnp-traject ondersteuning nodig heeft moet dit dus zelf signaleren en zelf regelen. Ook hier ligt een enorme kans voor de gemeente om de schuldenaar te ondersteunen bij het oplossen van zijn problematische schulden. Want uitval (en opnieuw aankloppen bij de gemeente), daar is niemand bij gebaat.
Conclusie
Gemeenten hebben voor de uitvoering van hun schuldhulpverlening gekozen voor een redelijk strikte uitleg van hun Wgs-opdracht. De focus ligt op het ultieme doel van de schuldhulpverlener: de finale kwijting. Dit is zeker geen verkeerde invalshoek, maar met een bredere visie op schuldhulpverlening zou de gemeenten een grotere groep schuldenaren adequate ondersteuning aan kunnen bieden.