Per 1 januari 2016 wordt aan de Participatiewet artikel 18b toegevoegd. Dit artikel regelt dat een bijstandsgerechtigde verplicht is om de Nederlandse taal te beheersen op minimaal referentieniveau 1F. Voldoet de bijstandsgerechtigde niet aan deze verplichting, dan kan de gemeente de bijstand verlagen. Stel dat een dergelijke maatregel samenvalt met een maatregel wegens schending van een van de geüniformeerde verplichtingen. Beide maatregelen samen bedragen dan meer dan 100% van de bijstandsnorm. Welke opties heeft de gemeente in dat geval?

Bij samenloop met een maatregel wegens schending van een van de zogenoemde geüniformeerde verplichtingen, bedragen beide maatregelen samen meer dan 100% van de bijstandsnorm. De gemeente kan in deze situatie kiezen uit verschillende scenario’s:

  • toedelen;
  • verschuiven periode;
  • indikken;
  • niet effectueren.

Bij de verschillende scenario’s ga ik uit van de situatie dat de gemeente een maatregel oplegt van 100% van de bijstandsnorm gedurende 1 maand omdat een van de geüniformeerde verplichtingen zijn geschonden. Daarnaast legt de gemeente een maatregel op omdat de bijstandsgerechtigde de Nederlandse taal onvoldoende beheerst. Deze maatregel loopt trapsgewijs op: 20% van de bijstandsnorm gedurende 6 maanden vanaf schriftelijke kennisgeving van het redelijk vermoeden dat belanghebbende niet (voldoende) de Nederlandse taal beheerst, 40% vanaf 6 tot 12 maanden en 100% vanaf 12 maanden.

Toedelen
Als een bijstandsgerechtigde een van de zogenoemde geüniformeerde verplichtingen heeft geschonden waardoor een maatregel is opgelegd van 100% gedurende 1 maand, dan kan de maatregel worden toegedeeld over de maand van oplegging en de 2 daarop volgende maanden. De toedeling moet wel geregeld zijn in de afstemmingsverordening. Dit zorgt ervoor dat over geen enkele maand beide maatregelen samen 100% van de bijstandsnorm overstijgen.

Maand 1 2 3 4 5 6
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 120% 20% 20% 20% 20% 20%
Maatregel Wet taaleis + toegedeelde maatregel geüniformeerd 53,3% 53,3% 53,3% 20% 20% 20%

Toedelen biedt een oplossing voor de situatie waarin een maatregel van 20% of 40% wordt opgelegd omdat het redelijk vermoeden bestaat dat belanghebbende de Nederlandse taal niet (voldoende) beheerst. Legt het college een maatregel op van 100% omdat belanghebbende de taal niet (voldoende) beheerst, dan biedt het toedelen geen soelaas voor de gemeente.

Verschuiven periode
In artikel 18b Participatiewet is geregeld dat bijstand gedurende 6 maanden wordt verlaagd met 20% vanaf het moment dat de schriftelijke kennisgeving van het redelijk vermoeden dat belanghebbende niet (voldoende) de Nederlandse taal beheerst, heeft plaatsgevonden. Ook voor de maatregel van 40% is een periode bepaald: vanaf 6 maanden tot 12 maanden. Er lijkt weinig ruimte te zijn voor het college om de periode waarop de maatregel Wet taaleis ziet te verschuiven, maar ik sluit niet uit dat dat niet kan. Het college heeft namelijk de bevoegdheid om als de bijstandsgerechtigde niet langer een bijstandsuitkering ontvangt, bij een nieuwe aanvraag om bijstand alsnog rekening te houden met een eerdere maatregelwaardige gedraging. In dat geval wordt de periode waarop de maatregel ziet verschoven. Deze bevoegdheid ziet op maatregelen die worden opgelegd op grond van artikel 18 Participatiewet. Ik sluit echter niet uit dat de genoemde bevoegdheid ook kan worden toegepast op maatregelen op grond van artikel 18b Participatiewet. Het verleggen van de periode waarop de maatregel Wet taaleis zou er als volgt uit komen te zien:

Maand 1 2 3 4 5 6 7
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 120% 20% 20% 20% 20% 20%
Verschuiven maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 100% 20% 20% 20% 20% 20% 20%

Voor de maatregel Wet taaleis van 100% lijkt het college meer ruimte te hebben om de periode waarop de maatregel Wet taaleis ziet te verschuiven. Deze maatregel kan namelijk worden opgelegd vanaf 12 maanden na het moment dat de schriftelijke kennisgeving van het redelijk vermoeden dat belanghebbende niet (voldoende) de Nederlandse taal beheerst, heeft plaatsgevonden.

Maand 12 13 14 15
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 200% 100% 100%
Verschuiven maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 100% 100% 100% 100%

Indikken

Naast het verschuiven van de periode waarop de maatregel Wet taaleis ziet, sluit ik ook niet uit dat het college de maatregel Wet taaleis kan indikken. Het college respecteert dan immers de periode van 6 maanden. Dit komt er dan als volgt uit te zien:

Maand 1 2 3 4 5 6
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 120% 20% 20% 20% 20% 20%
Indikken maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 100% 40% 20% 20% 20% 20%

Ook het indikken biedt alleen een oplossing voor de situatie waarin een maatregel van 20% of 40% wordt opgelegd omdat het redelijk vermoeden bestaat dat de bijstandsgerechtigde de Nederlandse taal niet (voldoende) beheerst. Legt het college een maatregel op van 100% dan biedt het indikken geen soelaas voor de gemeente.

Niet effectueren

De gemeente kan er uiteraard ook voor kiezen om het deel van de maatregelen dat uitstijgt boven 100% van de bijstandsnorm niet te effectueren. Voor deze weg kan bijvoorbeeld gekozen worden als bij samenloop de maatregelen samen onevenredig zwaar zijn. Ook om praktische redenen kan voor deze weg worden gekozen. Dit komt er dan als volgt uit te zien:

Maand 1 2 3 4 5 6
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd 120% 20% 20% 20% 20% 20%
Maatregel Wet taaleis + maatregel geüniformeerd (niet effectueren)
100% 20% 20% 20% 20% 20%

Conclusie

Bij samenloop met een maatregel wegens schending van een van de zogenoemde geüniformeerde verplichtingen, bedragen beide maatregelen samen meer dan 100% van de bijstandsnorm. Om beide maatregelen toch te kunnen effectueren, kan de gemeente bij maatregel Wet taaleis van 20% en 40% kiezen voor toedelen. Daarnaast sluit ik niet uit dat het verschuiven van de periode waarop de maatregel Wet taaleis ziet of het indikken van die maatregel tot de mogelijkheden behoren. Bij maatregel Wet taaleis van 100% behoort het verschuiven van de periode waarop de maatregel ziet waarschijnlijk tot de mogelijkheden. Uiteraard kan de gemeente ook besluiten om het deel van de maatregelen dat uitstijgt boven 100% van de bijstandsnorm niet te effectueren.