De Wet maatregelen WWB introduceert een kostendelersnorm in de Participatiewet. Deze kostendelersnorm gaat voor nieuwe gevallen naar verwachting gelden per 1 januari 2015 en voor het zittend bestand met ingang van 1 juli 2015. Doel van de kostendelersnorm is rekening houden met de voordelen van het delen van de kosten binnen één huishouden.

Door toepassing van de kostendelersnorm zal de bijstandsnorm per persoon lager worden naar mate meer personen op het adres wonen, ongeacht of deze huisgenoten (ook) recht op bijstand hebben. De kostendelersnorm moet stapeling van uitkeringen binnen een huishouden voorkomen, maar vooronderstelt ook een verre mate van kostendeling bij mensen die niet gehuwd of daaraan gelijkgesteld zijn. Met de kostendelersnorm wordt de huidige verhoging en verlaging in verband met het niet kunnen delen van kosten overbodig en vervalt de toeslagenverordening met ingang van 1 juli 2015. In de Participatiewet zal de verlaging wegens lagere woonkosten en de schoolverlatersverlaging wel nog blijven bestaan.

Toepassen kostendelersnorm

Alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden krijgen te maken met de kostendelersnorm als zij met een of meer (andere) meerderjarige personen in dezelfde woning hoofdverblijf hebben. De (kostendelers)norm wordt als volgt berekend:

(40% + A x 30%)
   ——————          x B
          A

A staat voor het totaal aantal meerderjarige personen dat in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft. Het betreft zowel degene die bijstand ontvangt of hiervoor een aanvraag doet als diens huisgenoten, voor zover zij meetellen bij de berekening van de kostendelersnorm. B staat voor de rekennorm. De rekennorm is gekoppeld aan de norm voor gehuwden in dezelfde leeftijdscategorie als de bijstandsgerechtigde.

Hoogte norm

Bij iedere extra meerderjarige persoon in de woning neemt de totale bijstandsnorm met 30% toe. Om de hoogte van de norm te berekenen per lid van de huishouding dat recht heeft op bijstand, moet de totale norm worden gedeeld door het aantal leden van de huishouding. Dit leidt tot de volgende percentages per type huishouden.

Huishoudtype Individuele norm Totale bijstandsnorm als allen bijstand ontvangen
Eénpersoonshuishouden  70%  70%
Tweepersoonshuishouden  50%  100%
Driepersoonshuishouden  43,33%  130%
Vierpersoonshuishouden  40%  160%
Vijfpersoonshuishouden  38%  190%

   
Om een en ander concreet te maken volgt hier een voorbeeld. Stel een alleenstaande van 30 jaar woont samen met 3 personen van 35 jaar. De A-factor is 4. De B-factor bedraagt volgens het wetsvoorstel € 1.354,54. De norm voor de alleenstaande bedraagt:

(40% + 4 x 30%)
   ——————       x € 1.354,54 = € 541,82
           4

Gehuwden

Is er sprake van gehuwden die met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning hoofdverblijf hebben, dan moet de kostendelersnorm voor ieder van de gehuwden afzonderlijk worden vastgesteld. De som van die normen moet vervolgens voor de helft aan ieder van de echtgenoten worden uitbetaald of aan een van hen. Heeft een van beide gehuwden inkomsten, dan moeten deze worden gekort op de gezamenlijke bijstand. Immers, voor gehuwden moet de kostendelersnorm weliswaar apart worden vastgesteld, maar zij blijven samen één subject voor bijstandsverlening vormen.

De kostendelersnorm geldt ook voor personen van 18, 19 en 20 jaar

Met het door de Tweede Kamer aangenomen amendement van CDA-kamerlid Pieter Heerma is beoogd personen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, uit te sluiten van de kostendelersnorm. Ik meen echter dat – op grond van de voorgestelde redactie van artikel 22a Participatiewet  – personen van 18, 19 of 20 jaar niet zijn uitgesloten van de kostendelersnorm, maar dat deze norm in voorkomende gevallen gewoon jegens hen moet worden toegepast. Personen van 18, 19 en 20 jaar tellen enkel niet mee bij de berekening van de kostendelersnorm. Andere in artikel 22a lid 5 Participatiewet genoemde groepen tellen overigens ook niet mee bij de berekening van de kostendelersnorm. Het betreft kortweg studenten en samenwonenden met een commerciële relatie zoals (ver)huurders, onderhuurders en kostgangers.

Wij hebben deze omissie gemeld aan het ministerie van SZW. Het ministerie gaat beoordelen of en op welke wijze de omissie moet worden hersteld. Woont een alleenstaande van 18 jaar samen met 2 personen van 26 jaar, dan wordt zijn norm berekend alsof het een tweepersoonshuishouden betreft. Dus de individuele norm bedraagt dan 50% van de toepasselijke rekennorm, in plaats van 43,33% zoals dat geldt voor een driepersoonshuishouden waarvan alle drie personen meetellen bij de berekening van de kostendelersnorm. Overigens doet zich dan nog een probleem voor. De rekennorm bevat geen norm voor personen van 18, 19 of 20 jaar, waardoor bijvoorbeeld de rekennorm voor personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd moet worden toegepast. Bij de rekennorm had moeten worden verwezen naar de jongerennormen.

Wij houden u op de hoogte

Toepassing van de kostendelersnorm zal in 2015 niet eenvoudig worden voor de uitvoering. Ook ben ik benieuwd in hoeverre de omissie met betrekking tot de kostendelersnorm voor personen van 18, 19 en 20 jaar wordt hersteld. Dit lijkt mij nodig voor een goede uitvoering van de Participatiewet. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.