Het treinverkeer neemt alleen maar toe en gelet op de krapte op de woningmarkt, de nood voor huizen ook dus meer nieuwbouw naast het spoor. Maar hoe zit het nu met de overlast? 

Op 15 oktober gaf Pier Eringa, topman van ProRail, aan dat nieuwbouw langs het spoor beter beschermd moet worden tegen trillingen van het treinverkeer ( zie ook ons nieuwsbericht: ‘Huizen langs het spoor moeten beter beschermd.’).

Meer treinen zorgen voor meer trillingen en dus meer overlast voor de (toekomstige) bewoners. Niet alleen het aantal, maar ook het soort trein of de belading ervan, de bodemgesteldheid en het type woningen kunnen een rol spelen bij het ervaren van trillingshinder.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in 2014 het rapport¸ Wonen langs het spoor, Gezondheidseffecten trillingen van treinen, gepubliceerd, waaruit blijkt dat een groot aantal mensen slaapverstoring en hinder ondervinden van treinen. Onder hinder wordt verstaan: ‘een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen, onvoldaanheid of gekwetstheid, dat optreedt wanneer de milieufactor iemands gedachten, gevoelens of activiteiten negatief beïnvloed’.

Trillingshinder in het bestemmingplan en de omgevingsvergunning

Voor een gemeente is het van belang om rekening te houden met trillingsbronnen en de mogelijke overlast daarvan. Als er bij het vaststellen van een bestemmingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning sprake is van een trillingsbron(nen), is het belangrijk om rekening te houden met de mogelijke overlast hiervan, dit in het kader van een goede ruimtelijke ordening.

  • Eerst moet de trillingsbron(nen) worden vastgesteld (in dit geval (soort) treinverkeer)
  • Daarna de trillingsgevoelige functies  (in dit geval hinder voor personen in gebouwen)
  • Dan moet gekeken worden of er wordt voldaan aan de beoordelingskaders (hierbij wordt gekeken naar de bron (sterkte), overdracht (afstand) en ontvanger (kenmerken woning). De uitkomst leidt tot de verwachte trillingshinder). Als uit het onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de richtlijnen is er niets aan de hand, als er niet wordt voldaan dan moeten de volgende stappen ook worden doorlopen:
  • Vaststellen of er technisch gezien maatregelen mogelijk zijn (denk aan verende fundering)
  • Een afweging maken of maatregelen betaalbaar en maatschappelijk haalbaar zijn (belangenafweging maken)
  • De maatregelen vastleggen (bijvoorbeeld het vaststellen van een minimale afstand tussen trillingsgevoelige functies en de trillingsbron in het bestemmingsplan of het stellen van maatwerkschriften bij een omgevingsvergunning)

Zo wordt de hinder beperkt tot het minimum.

Trillingshinder moet worden meegewogen in de belangenafweging in het kader van gezondheid

Maatregelen vanuit de rijksoverheid

Bij de aanleg van een nieuw hoofdspoor, wijziging van een traject of het opnieuw in gebruik nemen van een traject neemt de minister een tracébesluit.  Bij een tracébesluit houdt de rijksoverheid rekening met de door haar vastgestelde Beleidsregel trillinghinder spoor. ProRail onderzoekt de trillingen in de nieuwe situatie en neemt indien nodig maatregelen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om rubberen plaatjes onder de spoorbielzen (‘dwarsliggers’), rubberen matten onder het grind (‘ballast’) of trillingswerende verticale wanden in de bodem.

Omgevingswet

Met de komst van de nieuwe Omgevingswet staat gezondheid hoog in het vaandel, nu bij de belangenafweging bij de vaststelling van het omgevingsplan en de omgevingsvergunningen voor de afwijkactiviteiten expliciet het belang van het beschermen van de gezondheid moet worden meegenomen. Dus de trillingshinder die burgers ondervinden, moet ook worden meegewogen.

Uit het rapport van het RIVM blijkt dat niet alleen maatregelen die de trillingen verminderen vanuit de burgers gewenst zijn, maar ook duidelijke communicatie. Hierbij gaat het om communicatie over factoren die de hinder versterken, zoals de angst voor schade aan de woning en de verwachting dat de trillingen in de toekomst zullen toenemen.

Hier ligt voor gemeenten een kans. In het kader van de Omgevingswet staat burgerparticipatie centraal. Laat dit nu net een mooi middel zijn om burgers te informeren en een wederzijdse gedachtewisseling te laten plaatsvinden.

Let op! Geef van te voren helder aan wat het doel is van de burgerparticipatie om zo teleurstellingen bij burgers te voorkomen (mogen ze meebeslissen of meedenken).  Zorg er ook voor dat de burgers tijdens het participatieproces regelmatig worden geïnformeerd over wat er gebeurt met hun inbreng.