De Jeugdwet geldt nu bijna 4 maanden, maar de eerste aanpassingen komen er al aan. In het onlangs ingediende wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 worden 15 artikelen gewijzigd. Eén daarvan wil ik hier nader bespreken en gaat over de doorbreking van de geheimhoudingsplicht door jeugdhulpverleners. Volgens het College bescherming persoonsgegevens (CBP) is de doorbreking van de geheimhoudingsplicht niet goed geregeld in de Jeugdwet. De wetgever vindt van wel. De aanstaande wijziging in de Jeugdwet moet dit verder verduidelijken.
Geheimhoudingsplicht jeugdhulpverlener
Cliënten hebben recht op privacy. Hun persoonsgegevens moeten veilig zijn bij de hulpverleners die hen helpen of ondersteunen. De hulpverleners hebben dan ook een geheimhoudingsplicht. Zij mogen de persoonsgegevens van hun cliënten niet aan anderen geven. Behalve als in de wet expliciet is opgenomen dat zij dit wel mogen doen.
Als jeugdhulpverleners persoonsgegevens van hun cliënten willen verstrekken aan de gemeente, dan moet wettelijk vastgelegd zijn dat zij dat mogen doen. Volgens het CBP is dat niet het geval. Het CBP heeft de bewindspersonen dan ook gevraagd om een specifieke bepaling in de Jeugdwet op te nemen die doorbreking van de geheimhoudingsplicht mogelijk maakt.
Zorgen CBP
Het CBP heeft vragen gekregen over de verstrekking van persoonsgegevens over jeugdige ggz-cliënten aan gemeenten. Jeugdhulpverleners vermelden deze gegevens op hun facturen aan gemeenten. De gemeenten hebben deze gegevens nodig voor de financiële afwikkeling van de jeugdhulp en de controle daarop. Het CBP is bezorgd over de rechtmatigheid van deze gegevensverstrekking. En dat geldt niet alleen voor jeugdige ggz-cliënten, maar voor alle cliënten die jeugdhulp krijgen.
Volgens het CBP mogen de jeugdhulpverleners deze gegevens niet aan gemeenten geven. In de Jeugdwet staat namelijk niet dat jeugdhulpverleners in deze situatie hun geheimhoudingsplicht mogen doorbreken. Een uitzondering hierop is als zij een rechtsgeldige toestemming hiervoor hebben gekregen van hun cliënt. Maar ook deze toestemming ontbreekt vaak in de praktijk. Bovendien mogen gemeenten deze gegevens niet verwerken als er geen wettelijke grondslag is.
De wetgever is het niet eens met het CBP en verwijst naar artikel 7.4.1 Jeugdwet. In dat artikel zou de doorbreking van de geheimhoudingsplicht vastgelegd zijn.
Wijziging Jeugdwet
Volgens de wetgever is de grondslag voor doorbreking van de geheimhoudingsplicht door jeugdhulpverleners vastgelegd in lid 2 van artikel 7.4.1 Jeugdwet. De zinsnede waaruit dit afgeleid kan worden zit enigszins verstopt na de zesde komma aan het einde van een zin van 37 woorden.
Om meer duidelijkheid te verschaffen gaat de wetgever nu dus dit artikel aanpassen. In het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 wordt de zinsnede in lid 2 van artikel 7.4.1 verwijderd en er wordt een nieuw lid 3 toegevoegd. De bepaling luidt als volgt:
“Het college verwerkt gegevens ten behoeve van de toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van een voorziening op het gebied van jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering alsmede de bekostiging daarvan.“
Verwerking persoonsgegevens
De grondslag mag nu duidelijk zijn. Maar is nu ook duidelijk hoe de noodzakelijke persoonsgegevens op facturen aan de gemeente gebruikt mogen worden? De gemeenten en jeugdhulpaanbieders moeten daarvoor zelf de criteria vaststellen. Als dit in de praktijk niet gebeurt, dan kan de wetgever alsnog regels hiervoor opstellen. Daarom wijzigt de Veegwet VWS 2015 ook artikel 7.4.4 Jeugdwet door toevoeging van de mogelijkheid om de criteria uit te werken in een ministeriële regeling.
Het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 is vorige week ingediend bij de Tweede Kamer. Zodra de Veegwet in werking treedt zullen de genoemde artikelen met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 januari 2015.
Rechtmatige gegevensverstrekking
In de praktijk komt het dus al voor dat persoonsgegevens van jeugdigen door jeugdhulpverleners verstrekt worden aan gemeenten. Naar het oordeel van het CBP is deze gegevensverstrekking onrechtmatig. De uitleg van de wetgever zegt het tegenovergestelde. Wie er ook gelijk heeft, na inwerkingtreding van de Veegwet heeft deze gegevensverstrekking in ieder geval een wettelijke grondslag vanaf 1 januari 2015.