Kan een beschermingsbewindvoerder zonder machtiging van de onder bewind gestelde (bijzondere) bijstand aanvragen? Die vraag houdt de gemoederen bezig. De meningen zijn verdeeld.
Even terug naar de basis van de discussie. Het beschermingsbewind gaat minder ver dan curatele. Anders dan bij curatele blijft de onder bewind gestelde volledig handelingsbekwaam. Alleen de beschikkingsbevoegdheid over de onder bewind gestelde goederen is overgegaan op de bewindvoerder. De onder bewind gestelde kan daardoor rechtshandelingen verrichten, ook met gevolgen voor zijn vermogensrechtelijke positie. Zo kan de onder bewind gestelde een arbeidsovereenkomst aangaan met een werkgever. Uiteraard valt zijn salaris wel onder het bewind. Ook kan hij zelfstandig bijstand aanvragen.
Is bij aanvraag van bijstand al sprake van vermogensrecht?
Het recht op bijstand is een goed en valt dus onder het bewind. Maar hoe zit het nu met de aanvraag van bijstand? Naar mijn mening is in dat stadium nog geen sprake van een vermogensrecht, omdat het college nog op de aanvraag moet beslissen. Van een vermogensrecht is in mijn optiek pas sprake als het recht op bijstand is toegekend. Dat betekent dat de aanvraag niet onder het beschermingsbewind valt en dat de onder bewind gestelde de aanvraag zelf moet indienen, of dat de bewindvoerder de aanvraag als gemachtigde indient.
Rechtbanken: machtiging bewindvoerder is niet nodig
In verschillende zaken blijkt een rechtbank het niet met mij eens te zijn. De rechtbank Gelderland gaat voorbij aan de vraag of de aanvraag van bijstand een goed is of niet. De voorzieningenrechter oordeelt dat, omdat de goederen onder bewind zijn gesteld, de onder bewind gestelde onbekwaam is om in rechte op te treden en dus vertegenwoordigd moet worden door zijn bewindvoerder. Eerder oordeelde de rechtbank Groningen dat het beschermingsbewind is ingesteld om de vermogensrechtelijke belangen van de onder bewind gestelde veilig te stellen en dat het dus voldoende is dat de aanvraag een vermogensrechtelijk belang raakt. De rechtbank ziet zich gesterkt door antwoorden op kamervragen van voormalig minister Donner, die een machtiging van de onder bewind gestelde niet vereist achtte (TK 2005-2006, nr. 1763). Naar mijn mening is er voor het standpunt van de minister geen steun te vinden in artikel 1:431 BW, omdat de reikwijdte van het beschermingsbewind wordt overschreden.
Hoge Raad geeft wel beperkte uitleg aan taak bewindvoerder
Anders dan de rechtbanken geeft De Hoge Raad (25-05-2012, nr. 12/00505 (CW 2669 A) en 25-05-2012, nr. 12/00515 (CW 2999 B)) wel een beperkte uitleg aan de taak van bewindvoerder en rekent, in het kader van de indiening van een WSNP-verzoek, de bewindvoerder niet tot diens taak de schuldenaar in rechte te vertegenwoordigen, omdat het indienen van een WSNP-verzoek niet aan te merken is als een daad van beheer of een daad van beschikking over de onder bewind staande goederen. De Hoge Raad acht de bewindvoerder dus niet zelfstandig bevoegd. De visie van de beide rechtbanken en voormalig minister Donner, dat de bewindvoerder geen machtiging nodig heeft, moet dan ook als bewezen onjuist worden beschouwd.
Bij twijfel aan te raden machtiging te vragen
Voor u als gemeente is het – wanneer er aanleiding is voor twijfel en wanneer aan de toekenning van bijstand verplichtingen voor de onder bewind gestelde zijn verbonden – aan te raden een schriftelijke machtiging te vragen. In ieder geval dient het college zich er goed van te vergewissen dat de aanvraag de instemming van de onder bewind gestelde heeft en dat hij ook bereid is om de verplichtingen na te komen. Alleen als er geen enkele twijfel bestaat over de vraag of de bewindvoerder namens de onder bewind gestelde optreedt, is het niet zinvol een machtiging te vragen.
Wetswijziging zal zorgen voor duidelijkheid
In het voorstel Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap wordt de taak van de beschermingsbewindvoerder uitgebreid door de wijziging van artikel 1:441 BW. Dat dit blijkens de toelichting geen taakuitbreiding is, maar een verduidelijking, omdat de wetgever abusievelijk er van uit gaat dat een bewindvoerder zulke aanvragen al mag doen, neemt niet weg dat de wet met het oog op die taken wordt aangepast. Ik meen daarom dat als het voorstel tot wet wordt verheven de bewindvoerder wel automatisch bevoegd is tot het doen van bijstandsaanvragen. Dat geeft ook weer te denken omdat de bevoegdheid tot het doen van aanvragen niet bij de rechthebbende wordt weggehaald. Daarmee is de bewindvoerder straks dus automatisch bevoegd, maar kan belanghebbende ook zelf een aanvraag indienen.