Op onze juridische helpdesk krijgen we vaak de vraag welk college verantwoordelijk is voor de verstrekking van loonkostensubsidie. Waar in de praktijk vaak moeilijkheden ontstaan is hoe dit nu uitgelegd dient te worden bij de voortzetting van een dienstverband, bijvoorbeeld bij verlenging door opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomst of omzetting naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 

Algemene regel

Loonkostensubsidie is aan te merken als een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling. Als algemene regel heeft te gelden dat het college waarin belanghebbende woont verantwoordelijk is voor de verstrekking van een dergelijke voorziening, mits de belanghebbende in kwestie behoort tot de doelgroep arbeidsinschakeling (artikel 7 lid 1 onderdeel a Participatiewet in combinatie met artikel 10 lid 1 en 3 Participatiewet).

De uitzondering uitzondering

Dit geldt in principe ook voor loonkostensubsidie. Dat is echter anders als een belanghebbende gaat verhuizen. Op grond van artikel 10d lid 10 Participatiewet blijft dan de gemeente waaruit belanghebbende vertrokken is verantwoordelijk voor de verstrekking van de loonkostensubsidie gedurende de dienstbetrekking. De achterliggende gedachte van deze uitzondering dient de werkgever: “Dit voorkomt dat een werkgever en werknemer gedurende een dienstverband geconfronteerd worden met verschillende loonwaardemethoden. ”

Het begrip “dienstbetrekking”

De complicaties bestaan bij de interpretatie van “gedurende de dienstbetrekking”. Moet bijvoorbeeld de verlenging van een arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever worden beschouwd als een nieuwe dienstbetrekking? Zo ja, dan is vanaf dat moment het college van de gemeente waarin belanghebbende zich gevestigd heeft verantwoordelijk voor de verstrekking van de loonkostensubsidie. Zo nee, dan blijft het college van de gemeente waaruit belanghebbende vertrokken is verantwoordelijk. Zie daar het belang van het antwoord op deze vraag. Ook de VNG lijkt daar nog niet uit te zijn en mij is geen relevante jurisprudentie bekend, waardoor we genoodzaakt zijn ons te bedruipen met het eigen boerenverstand.

Het begrip “dienstbetrekking” is wettelijk gezien niet nader gedefinieerd. In het kader van het al dan niet verschuldigd zijn van loonheffing interpreteert de Belastingdienst het begrip “dienstbetrekking” als arbeidsovereenkomst en de Dikke van Dale definieert het als “aanstelling als werknemer”. De wetgever zelf ziet dienstbetrekking kennelijk ook als dienstverband. Gezien dit alles zie ik het begrip “dienstbetrekking” ook als een synoniem voor het begrip “arbeidsovereenkomst”. Dit doet naar mijn mening immers het meest recht aan het woord “dienstbetrekking” zelf. Argumenten voor een andere visie kunnen gevonden worden in het feit dat meerdere arbeidsovereenkomsten arbeidsrechtelijk gezien als opvolgend werkgeverschap hebben te gelden en daardoor dus als één dienstbetrekking moeten worden gezien. Die opvatting is m.i. niet juist omdat er ook dan formeel gezien meerdere arbeidsovereenkomsten, en dus meerdere dienstbetrekkingen, zijn afgesloten.

 

Gezien dit alles zie ik het begrip “dienstbetrekking” ook als een synoniem voor het begrip “arbeidsovereenkomst”.

Gevolg interpretatie dienstbetrekking = arbeidsovereenkomst

Deze interpretatie heeft tot gevolg dat bij een verlenging van de arbeidsovereenkomst de nieuwe gemeente verantwoordelijk wordt voor het verstrekken van loonkostensubsidie. De oude arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd komt immers ten einde bij een verlenging, en er wordt een nieuwe arbeidsovereenkomst afgesloten. Dit geldt idem dito voor het omzetten van een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd in onbepaalde tijd. Ook dan komt de ene arbeidsovereenkomst ten einde en wordt er een nieuwe afgesloten. Op het moment dat de “oude” arbeidsovereenkomst eindigt is artikel 10d lid 10 Participatiewet niet meer van toepassing en wordt het college van de gemeente waar belanghebbende naar toe is verhuisd dus verantwoordelijk voor de verstrekking van de loonkostensubsidie. Een prettig gevolg van dit alles is dat een gemeente waaruit een belanghebbende met loonkostensubsidie vertrekt niet tot in de eeuwigheid gehouden is loonkostensubsidie te verstrekken aan deze belanghebbende (tenzij hij reeds dan al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft).