Door vragen die wij van gemeenten ontvangen merken we dat zo’n 6 jaar na invoering van de Jeugdwet nog altijd veel misverstanden bestaan over de regels rondom het pgb. Eén van de hardnekkige misverstanden is dat een pgb niet mogelijk is wanneer ouders daarmee jeugdhulp gaan bieden aan hun eigen kind. Verder bestaat ook regelmatig onduidelijkheid over het tarief dat de gemeente zou moeten verstrekken als toch een pgb wordt toegekend. Omdat het pgb een belangrijk instrument kan zijn voor zowel jeugdigen, ouders én gemeenten, is het naar mijn idee goed om in deze opinie nog eens stil te staan bij een aantal vragen en misverstanden die bestaan.  

Kan een ouder ingekocht worden met een pgb?

Door een verkeerde interpretatie van de Jeugdwet en de rechtspraak zijn sommige professionals binnen het sociaal domein ervan overtuigd dat een ouder nooit met een pgb jeugdhulp aan zijn eigen kind kan bieden. Dit standpunt wordt gebaseerd op het feit dat volgens de Jeugdwet met het pgb de hulp van een ‘derde’ ingekocht moet worden. Een ouder is geen derde en kan daarom niet ingekocht worden, zo is de redenatie. Dit zou inmiddels ook bevestigd zijn door de hoogste rechter binnen het sociaal domein: de Centrale Raad van Beroep (CRvB).

Beide argumenten zijn onjuist. Allereerst is er nog nooit een uitspraak van een rechter geweest waarin geoordeeld is dat een ouder in zijn algemeenheid niet kan worden ingekocht met een pgb. De uitspraak van de CRvB waarop gedoeld wordt zegt dat dus ook niet. Uit die uitspraak kan slechts afgeleid worden dat van ouders veel verwacht mag worden in het kader van ‘eigen kracht’. Dit betekent dat in sommige gevallen ook ‘bovengebruikelijke hulp’ van een ouder verwacht mag worden, zonder dat een pgb wordt verstrekt. Maar, dat betekent zeker niet dat het altijd uitgesloten is dat een pgb wordt toegekend voor de hulp die een ouder biedt aan het eigen kind. Eén van de voorwaarden om van een ouder te mogen verwachten dat de hulp via de ‘eigen kracht’ geboden wordt is namelijk dat een ouder door het bieden van die hulp niet in de financiële problemen raakt.

 

het is zeker niet uitgesloten dat een pgb wordt toegekend voor de hulp die een ouder biedt aan het eigen kind

Is de ouder een ‘derde’?

Het argument dat de hulp bij een ‘derde’ ingekocht moet worden gaat voorbij aan het feit dat zowel ouders als jeugdigen jeugdhulp kunnen ontvangen. Dat de jeugdhulp van ‘derden’ betrokken moet worden betekent dat je niet voor je eigen probleem jezelf kan inkopen. Als de jeugdige dus degene is met het ‘probleem’ kan hij met het pgb wel gewoon zijn ouder inkopen als uit het onderzoek blijkt dat deze ouder de hulp op een goede manier kan bieden. Dat zal natuurlijk lang niet altijd het geval zijn, maar het is goed om te realiseren dat deze situaties zich wel voor kunnen doen. Dit op voorhand uitsluiten is dus niet toegestaan.

Dat een ouder ingekocht kan worden kan bovendien ook nog afgeleid worden uit artikel 8.1.1 lid 3 Jeugdwet. Hierin staat dat met een pgb het sociaal netwerk kan worden ingekocht om de hulp te bieden. Ouders zijn onderdeel van het sociaal netwerk van de jeugdige, zoals onder meer uit de toelichting bij dat artikel volgt.

Welk pgb-tarief moet dan verstrekt worden?

Als een gemeente tot de conclusie komt dat jeugdhulp noodzakelijk is en vervolgens besluit om de jeugdhulp in de vorm van een pgb toe te kennen, dan ontstaat de vraag: ‘welk pgb-tarief is dan passend?’. Gaat een ouder de hulp uitvoeren, dan vinden veel gemeenten het normaal dat daarvoor een lager tarief geldt dan voor een professionele aanbieder. Ook als de ouder zelf toevallig een professioneel hulpverlener is. Naar mijn idee is dat geen onredelijk uitgangspunt, maar vanzelfsprekend is het niet.

De manier waarop de hoogte van het pgb-tarief wordt berekend moet namelijk via de gemeentelijke verordening worden vastgelegd. De Jeugdwet regelt hierover niets (behalve dat een ‘toereikend tarief’ verstrekt moet worden). Veel gemeenten regelen in de verordening het onderscheid tussen een ‘professioneel-tarief’ en een ‘sociaal netwerk-tarief’ tarief. Maar, niet alle gemeenten regelen vervolgens welk tarief van toepassing is wanneer iemand zowel professional is als lid van het sociaal netwerk. Als het gemeentelijk beleid hierover geen uitsluitsel biedt, dan zal het hogere tarief toegekend moeten worden. Voor gemeenten is het dus wel van belang om een en ander goed vast te leggen in het beleid.

Meer weten?

De hiervoor behandelde misverstanden en veelvoorkomende vragen zijn slechts een kleine greep uit de vragen die wij dagelijks ontvangen over dit onderwerp. Wil je meer weten over de regels rondom het pgb, schrijf je dan in voor onze opleiding Pgb in de Wmo 2015 en de Jeugdwet.