Het is voor een burger onduidelijk bij wie hij moet zijn als hij ontevreden is over de uitvoering van de Wet gemeentelijke schulhulpverlening (Wgs). Kan hij aankloppen bij de gemeente of moet hij toch bij de private aanbieder zijn die in opdracht van de gemeente werkt? In de Wmo 2015 speelt hetzelfde probleem en daarvoor is een mooie oplossing bedacht: integrale geschilbeslechting door de gemeente. Ook bij de uitvoering van de Wgs zou dat een mooie oplossing zijn.

Het is de bedoeling dat de gemeente in de Wmo 2015 gaat fungeren als laagdrempelig geschilbeslechtingsloket. Dit betekent dat burgers geschillen en klachten over de uitvoering van Wmo-maatwerkvoorzieningen door private aanbieders kunnen aankaarten bij de gemeente. De gemeente onderzoekt de kwestie en stelt zowel de burger als de aanbieder schriftelijk en gemotiveerd in kennis van haar bevindingen, haar oordeel en de eventueel daaraan verbonden conclusies. Tegen deze schriftelijke kennisgeving is beroep mogelijk bij de bestuursrechter. Hiermee wordt de rechtsbescherming van de burger verbeterd. Daarnaast blijft het mogelijk voor de burger om te klagen bij de aanbieder zelf en bezwaar te maken tegen het besluit van de gemeente.

Samenwerking gemeente en private aanbieders

De onduidelijkheid voor de burger over bij wie hij moet zijn als hij ontevreden is, komt doordat in de Wgs vaak sprake is van privaatrechtelijk handelen in een bestuursrechtelijk omhulsel. De gemeente neemt het bestuursrechtelijk besluit om aan een burger schuldhulpverlening toe te kennen en vervolgens is een private aanbieder aan zet. Die aanbieder werkt in opdracht van en wordt betaald door de gemeente. De aanbieder sluit vervolgens in veel gevallen een privaatrechtelijke schuldbemiddelingsovereenkomst met de burger voordat hij aan de slag gaat met een schuldregeling. Tegen het bestuursrechtelijk besluit van de gemeente kan de burger binnen zes weken in bezwaar, maar wat kan de burger doen als hij ontevreden is over het handelen van de private aanbieder?

Mogelijkheden ontevreden burger

Als een burger ontevreden is, bijvoorbeeld over de manier waarop de schuldbemiddelingsovereenkomst wordt uitgevoerd door de private aanbieder, dan heeft hij de volgende drie opties. Hij kan terecht bij de aanbieder zelf als de aanbieder een eigen klachtregeling heeft. Daarnaast kan de burger zich beroepen op onjuiste uitvoering van de overeenkomst. In eerste instantie kan dat bij de aanbieder zelf, maar als de aanbieder en de burger het niet eens worden dan kan het uitmonden in een civiele procedure bij de rechter. Een derde mogelijkheid is dat de burger een klacht indient bij de gemeente. De gemeente blijft namelijk als opdrachtgever verantwoordelijk voor de acties van de private aanbieders. Het klachtrecht van de burger is geregeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Integrale geschilbeslechting ook in Wgs

Het voorgaande laat zien dat er veel verschillende opties zijn waaruit een burger kan kiezen als hij ontevreden is over de uitvoering van de Wgs. Het gevolg hiervan is dat het niet duidelijk is voor een burger bij wie hij moet zijn en op welke regels hij een beroep kan doen. Het kan eenvoudiger worden gemaakt door ook in de Wgs de mogelijkheid te creëren dat de gemeente als laagdrempelig geschilbeslechtingsloket fungeert. De burger kan dan ook bij de gemeente terecht met geschillen en klachten over de uitvoering van de Wgs door een private aanbieder die in opdracht van de gemeente werkt.

De gemeente kan ook in de Wgs als laagdrempelig geschilbeslechtingsloket fungeren.

Conclusie

Niet alleen binnen de Wmo 2015, maar ook binnen de Wgs is het op dit moment voor een burger onduidelijk bij wie hij moet zijn als hij ontevreden is. Ik hoop dat de wetgever ook gaat kijken naar de mogelijkheid van de gemeente als laagdrempelig geschilbeslechtingsloket bij de uitvoering van de Wgs. Op korte termijn is hiermee het probleem niet opgelost. De gemeente kan deze periode overbruggen door – voor zover zij dat nog niet doet – de burger goed te informeren over de verschillende mogelijkheden van rechtsbescherming.