Soms is niet direct duidelijk welke gemeente verantwoordelijk is voor de financiering van noodzakelijke jeugdhulp. Bijvoorbeeld, een jeugdige verblijft in een gemeente maar is daar alleen met een briefadres ingeschreven. Of een kind wordt geboren tijdens het verblijf van moeder in een gemeente waar ze niet staat ingeschreven. Het kan een uitdaging zijn om aan de hand van de feiten de verantwoordelijke gemeente vast te stellen.
Sinds april 2023 kunnen geschillen tussen gemeenten over de uitleg van het woonplaatsbeginsel voorgelegd worden aan de Geschillencommissie Sociaal Domein: Woonplaatsbeginsel en Toegang (hierna: de geschillencommissie). Tot op heden zijn er 11 uitspraken over het woonplaatsbeginsel gepubliceerd.
Wanneer kan een geschil voorgelegd worden? Welke onderwerpen komen zoal aan de orde? In deze opinie licht ik hier een aantal aspecten uit.
De regels bij een geschil over het woonplaatsbeginsel
De geschillencommissie heeft de taak geschillen tussen gemeenten over de toepassing van het woonplaatsbeginsel te beslechten. De geschillencommissie doet dit door een schikking tussen partijen te bevorderen of een bindend advies uit te spreken.
Het oordeel van de geschillencommissie is alleen bindend in die specifieke casus. Een bindend advies van de geschillencommissie heeft niet hetzelfde gewicht als een uitspraak van de rechter. Maar als een vergelijkbare situatie voorgelegd wordt, dan wordt waarschijnlijk een eerder oordeel herhaald.
Daarom is het goed om te kijken naar welke situaties voorgelegd zijn. De volgende uitspraken vielen mij op.
Te late overdracht
In een tweetal uitspraken oordeelt de geschillencommissie over de financiële verantwoordelijkheid bij een te late overdracht. De geschillencommissie baseert de financiële verantwoordelijkheid geheel op het woonplaatsbeginsel. Het overgangsrecht ziet alleen op de continuïteit van zorg en niet op de financiële verantwoordelijkheid, zo luidt de onderbouwing. De gemeente die conform het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is vanaf een bepaalde datum, is ook financieel verantwoordelijk vanaf die datum. Ook bij een te late overdracht.
Een gemeente heeft al cliënten overgenomen na te late overdracht en verwijst nu naar de mededeling dat vorige keer de laatste overdracht was. Deze gemeente wordt toch volledig financieel verantwoordelijk. Geschillencommissie Sociaal Domein 15-7-2024, nr. 257588/365753.
Ook bij een late overdracht en met onduidelijke redenen, wordt de financiële verantwoordelijkheid over de periode vanaf 1 januari 2022 overgedragen. Geschillencommissie Sociaal Domein 15-7-2024, nr. 267906/361495.
Het gevolg is dat een gemeente die niet op de hoogte was van de situatie van de jeugdige én niet betrokken was bij het onderzoek naar de noodzakelijke jeugdhulp, toch volledig financieel verantwoordelijk wordt. Dat lijkt me niet redelijk. Een mooie tussenoplossing vind ik het aansluiten bij de wetgeving over verhuizen (artikel 2.7a lid 1 Jeugdwet). In dat geval moet een gemeente dezelfde of vergelijkbare jeugdhulp voortzetten voor de duur van maximaal 1 jaar, ook bij een te late overdracht. Hiermee wordt er een maximum gesteld aan het doorsturen van de rekening.
Het standpunt van de geschillencommissie is alleen bindend in die specifieke situatie.
Onderzoekplicht gemeente
Een andere interessante uitspraak is de volgende. De geschillencommissie benadrukt hierin de onderzoekplicht van gemeenten uit artikel 8.2.1 Jeugdwet. Als een gemeente zelf vindt dat zij niet (langer) financieel verantwoordelijk is voor jeugdhulp, heeft deze gemeente de plicht te onderzoeken waar deze verantwoordelijkheid dan wel thuis hoort.
De jeugdige wordt bij gebrek aan crisisplaatsen in de (Nederlandse) regio tijdelijk geplaatst bij opa en oma in Duitsland. De gemeente stopt de financiering, de jeugdhulpaanbieder zet de jeugdhulp wel voort. De geschillencommissie oordeelt dat de gemeente nog steeds financieel verantwoordelijk is. Gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor jeugdige, ook nu de jeugdige tijdelijk niet in Nederland verblijft – De Geschillencommissie Zorg
Bevorderen van een schikking
De taak tot bevorderen van een schikking tussen partijen is net zo belangrijk. Ik verwacht dat het aantal zaken dat onder toeziend oog van de geschillencommissie tot een schikking komt hoger is dan het aantal bindende adviezen. Nu alleen de uitspraken worden gepubliceerd, is over deze schikkingen geen informatie beschikbaar. Dat is jammer want dan pas zie je hoe de verantwoordelijkheid in de praktijk verdeeld wordt. En of er aangesloten wordt bij de termijn van 1 jaar die bij verhuizing geldt zoals ik hierboven besprak. En juist daar ben ik nieuwsgierig naar.
De jeugdige mag niet de dupe worden!
Hoe dan ook, noodzakelijke jeugdhulp mag nooit onthouden worden tijdens het onderzoek naar de verantwoordelijke gemeente. In de praktijk zien we gelukkig dat een geschil over het woonplaatsbeginsel het onderzoek naar en opstarten van jeugdhulp (meestal) niet in de weg zit. In ieder geval moet voorop blijven staan dat de jeugdige niet de dupe mag worden. De jeugdige moet zonder vertraging noodzakelijke jeugdhulp krijgen!