De Wet inburgering 2021 stelt geen minimum of maximumleeftijd voor deelname aan een van de drie leerroutes. Toch las ik in de Uitvoeringsbrief integratiebeleid van 24 juni 2024 dat gemeenten in een onderzoek aangaven dat een groep inburgeringsplichtigen niet wordt geplaatst op de Onderwijsroute vanwege hun leeftijd. Het gaat om een groep hoogopgeleide inburgeringsplichtigen die de 30 jaar naderen. De reden hiervoor zou zijn dat het recht op studiefinanciering vervalt na het bereiken van de leeftijd van 30 jaar.

Wat is hiervan de achterliggende gedachte? Speelt een mogelijk beroep op bijstand in de toekomst hierin mee? En mag dit überhaupt wel meespelen bij de keuze van een leerroute?

Onderwijsroute

De Onderwijsroute is bedoeld om later een Nederlands schooldiploma te halen en betere kansen te hebben op de arbeidsmarkt. Het is een voltijds traject van gemiddeld 1,5 jaar. De inburgeringsplichtigen leren de Nederlandse taal op tenminste B1-niveau en bereiden zich voor op een Nederlandse MBO-, HBO- of universitaire opleiding. Wil je meer weten over de onderwijsroute, raadpleeg dan onze kennisbank Schulinck Inburgering.

 

Schulinck Inburgering

Bent u bezig met de uitvoering van de Wet inburgering 2021? De online kennisbank Schulinck Inburgering staat vol onmisbare praktijkinformatie.

Vooropgesteld: er is geen leeftijdsgrens voor deelname aan een van de leerroutes, ook niet voor de Onderwijsroute. Daarmee is de toegankelijkheid van de Onderwijsroute, ongeacht de leeftijd, gewaarborgd. Dat is bij de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 ook een bewuste keuze geweest van de wetgever.

Studiefinanciering

Voor alle drie de leerroutes (B1-route, Onderwijsroute, of Z-route) bestaat geen recht op studiefinanciering. Deze leerroutes worden bekostigd door de gemeente (voor asielstatushouders) of door de inburgeringsplichtige zelf, eventueel via een lening van DUO (gezinsmigranten). Er bestaat wel recht op studiefinanciering voor regulier onderwijs, bijvoorbeeld MBO, HBO of WO.[1]

Het moet dan wel gaan om iemand die voor zijn 30ste instroomt in het onderwijs. Iemand die na zijn 30ste instroomt in het onderwijs, komt niet in aanmerking voor studiefinanciering.

Recht op bijstand

Gedurende de Onderwijsroute (of een van de andere twee leerroutes) kan een inburgeringsplichtige recht op bijstand hebben. Natuurlijk moet dan wel worden voldaan aan de voorwaarden die staan in de Participatiewet. Combineert een inburgeringsplichtige zijn inburgeringstraject met regulier onderwijs dat recht geeft op studiefinanciering, dan vervalt het recht op bijstand.[2]

Het uiteindelijk doel van de Onderwijsroute is instroom in vervolgonderwijs op alle niveaus, van MBO tot HBO en WO. Na het succesvol afronden van de Onderwijsroute stromen veel personen derhalve door naar een reguliere MBO-, HBO- of WO-opleiding. Voor die opleidingen bestaat wél recht op studiefinanciering. Zoals hierboven aangeven moet het dan wel gaan om iemand die voor zijn 30ste instroomt in het onderwijs.

Vanuit de Participatiewet is het zo dat er geen recht op bijstand is als iemand studiefinanciering ontvangt. Dat is wettelijk zo geregeld (zie artikel 13 lid 2 onderdeel c onder 1 Participatiewet). De groep inburgeringsplichtigen die de 30 jaar naderen op het moment dat ze aan de leerroute beginnen en die pas na hun 30ste hebben voldaan aan de inburgeringsplicht, kunnen dus geen aanspraak maken op studiefinanciering als zij daarna een reguliere MBO-, HBO- of WO-opleiding gaan volgen. Zij kunnen daarom dus aanspraak (blijven) maken op bijstand. Wel is het zo dat de gemeente desgewenst kan bepalen dat zij, na afronding van de Onderwijsroute, geen opleiding mogen volgen met behoud van uitkering.

Overwegingen betreffende de eventuele duur van de toekenning van algemene bijstand in de toekomst mogen niet meespelen bij de keuze van de meest geschikte leerroute voor een inburgeringsplichtige.

Keuze leerroute

Uiteindelijk is het de gemeente die in samenspraak met de individuele inburgeringsplichtige de meest geschikte leerroute kiest. Dit aan de hand van de informatie uit de brede intake.

In de Uitvoeringsbrief integratiebeleid van 24 juni 2024 staat dat een groep hoogopgeleide inburgeringsplichtigen die de 30 jaar naderen, niet worden geplaatst op de Onderwijsroute vanwege hun leeftijd. De achterliggende gedachte hiervan is volgens mij dat de Onderwijsroute korter duurt dan de B1-route en de Z-route en dat zij door het mislopen van studiefinanciering vanwege hun leeftijd, wellicht eerder/langer in de bijstand terecht komen/zitten.

Ik ben echter van mening dat dit financiële belang niet mag meespelen bij de keuze van de meest geschikte leerroute voor een inburgeringsplichtige. Bij de keuze voor de Onderwijsroute, de B1-route of de Z-route mag de gemeente zich naar mijn idee dus niet laten leiden door overwegingen betreffende de eventuele duur van de toekenning van algemene bijstand in de toekomst. Wat de toekomst gaat brengen dat mag naar mijn idee dus geen onderdeel uitmaken van de keuze voor een leerroute. Als de verwachting is dat inburgeringsplichtige een reguliere vervolgstudie gaat volgen na de leerroute, dan lijkt mij de Onderwijsroute de meest aangewezen leerroute.

 

[1] Zie voor de overige voorwaarden de website van DUO

[2] Zie artikel 13 lid 2 onderdeel c onder 1 Participatiewet