In een poging de waterkwaliteit te verbeteren, laat de provincie Zuid-Holland bij tientallen bedrijven controleren welke stoffen ze op het riool lozen. De vijf Zuid-Hollandse omgevingsdiensten bezoeken de komende maanden veertig bedrijven, verspreid over de provincie. Ze nemen overal vijf monsters van het afvalwater.
“De waterkwaliteit in onze provincie is niet op orde”, zegt gedeputeerde Arne Weverling (VVD). “Dat is een groot probleem, want we hebben schoon water nodig voor ons drinkwater, de gezondheid van onze inwoners, de industrie en de land- en tuinbouw. Het is daarom belangrijk dat we de kwaliteit van ons water verbeteren.”
De provincie wil weten welke stoffen via indirecte lozingen (op het riool) uiteindelijk in het oppervlaktewater komen. Het onderzoek is volgens een woordvoerder niet bedoeld om overtredingen van de lozingsregels op te sporen, maar vooral om kennis te vergaren en om inzicht te krijgen in wat er moet gebeuren om eventueel vergunningen aan te passen. “Denk dan aan uitvoeringscapaciteit, kennis, doorlooptijd en kosten. Op basis van deze informatie kunnen we beter inschatten wat nodig is als een herziening van een vergunning aan de orde is. In dit stadium heeft het onderzoek geen directe gevolgen voor de vergunningen van de betreffende bedrijven.”
Een vergelijkbare pilot werd eerder in Noord-Holland uitgevoerd, bedoeld om meer zicht te krijgen op indirecte bedrijfslozingen van zogenoemde zeer zorgwekkende stoffen. Op basis daarvan selecteerde Zuid-Holland de bedrijven voor het vervolgonderzoek. “We hebben gekeken welke branches het meest relevant zijn als het gaat om lozingen die een negatief effect hebben op de waterkwaliteit.”
Nederland moet in 2027 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), maar alles wijst erop dat dit niet lukt. In dat geval kan Europa boetes opleggen.