Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in samenwerking met provincies en gemeenten de huidige woningbouwplannen tot 2030 in kaart gebracht. De afgelopen maanden is de plancapaciteit met 140.000 woningen gestegen en liggen er nu plannen voor ruim 961.000 woningen door heel Nederland. Met dit resultaat kan de focus van de woningbouw verlegd worden van het vinden van locaties naar het daadwerkelijk realiseren van de woningen.
De nationale woningbouw kaart laat zien waar en wanneer de woningbouw gepland staat en hoeveel nieuwbouwwoningen dat oplevert. In 11 van de 12 provincies zijn de woningbouwplannen per gemeente getoond. Bij de provincie Zuid-Holland betreffen het regionale cijfers. Bovenop de getoonde woningenbouwplannen worden nog extra woningen gerealiseerd vanuit herstructurering en het transformeren van bijvoorbeeld oude kantoor- en winkelpanden naar woningen.
Noodzakelijke buffer
Met geplande nieuwbouwwoningen is er voldoende plancapaciteit ten opzichte van de woningbouwopgave tot 2030. Een overschot aan plannen is nodig omdat gemiddeld een derde van de gemaakte woningbouwplannen vertraagt of niet doorgaat. Extra plancapaciteit kan dit opvangen en fungeert zodoende als noodzakelijke buffer voor de continuïteit in de woningbouw. Dit is vooral van belang voor de gebieden met de grootste opgave.
Het ministerie van BZK, de provincies en gemeenten zijn doorgaand in overleg over het vergroten van de huidige plancapaciteit, het toevoegen van informatie over herstructurering en transformaties en het toevoegen van kwalitatieve informatie over de woningbouwplannen. Daarnaast werkt BZK samen met de provincies, het IPO en de VNG aan het verbeteren van de monitoring om zo een beter beeld te krijgen van de voortgang van alle bouwprocessen. In het najaar van 2021 volgt een actualisatie van bovenstaande kaart.
Investeringen Woningbouw
Voldoende plancapaciteit is cruciaal om genoeg woningen te kunnen bouwen, maar er is meer nodig om deze geplande woningen ook daadwerkelijk te realiseren. Hierbij zijn forse overheidsinvesteringen van enkele miljarden noodzakelijk. Woningbouwprojecten zijn vaak complex en kennen aanzienlijke bijkomende kosten; daarom hebben veel projecten onrendabele top. Uit onderzoek blijkt dat bij 410.000 woningen financiële ondersteuning nodig is om de woningbouw te versnellen en om woningen betaalbaar te maken voor mensen met een laag of middeninkomen. Het betreft hier onder andere de financiering in bereikbaarheid, infrastructuur en openbare voorzieningen.
Via 14 grootschalige woningbouwgebieden kunnen de aankomende tien jaar circa 200.000 woningen worden gerealiseerd (oplopend naar 440.000 op de lange termijn). Deze gebieden zijn dan ook essentieel voor de benodigde schaal en continuïteit in de woningbouw die voor marktpartijen nodig is om te investeren. Om te komen tot prettige, duurzame en bereikbare woongebieden is publiek-private samenwerking onontbeerlijk. Hierbij gaan woningbouw, infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling hand in hand.
Ook heeft minister Ollongren aangekondigd de regie op woningbouw te versterken. Hiervoor wil BZK de samenwerking met medeoverheden, corporaties en marktpartijen verstevigen en vastleggen. Bijvoorbeeld door wederkerige afspraken te maken over het aantal te bouwen woningen, het aandeel betaalbare woningen, bereikbaarheid, herstructurering en duurzaamheid ervan. Hierbij wordt ook gekeken naar de randvoorwaarden die nodig zijn zoals financiële bijdragen, grondbeleid, kennis en capaciteit en het versnellen van planologische procedures. Het is aan het nieuwe kabinet om te besluiten over de benodigde investeringen.
Documenten