Het Waterschap Limburg wil af van de doorgangen in dijken langs de Maas. Die zogeheten coupures moeten bij hoogwater vaak handmatig worden afgesloten met balken. Dat kost tijd en menskracht, en brengt risico’s met zich mee.

In een nieuw beleidsplan stelt het waterschap dan ook voor om de dijkdoorgangen waar mogelijk dicht te maken en om bij nieuwe dijken niet meer voor deze constructie te kiezen. “Alleen als het echt niet anders kan, maken we in de toekomst nog doorgangen in dijken”, zegt bestuurslid Jeroen Achten van het Waterschap Limburg. Hij gaat binnen het dagelijks bestuur over waterkeringen en hoogwaterbescherming.

Het waterschap beheert 200 kilometer aan dijken langs de Maas. Volgens een woordvoerder zijn veel van die dijken aangelegd na de grote overstromingen van de Maas in het begin van de jaren negentig, toen een flink deel van Limburg onder water kwam te staan. “Op diverse plekken kwam een doorgang in de dijk, omdat daar bijvoorbeeld al een weg of pad liep. Die maken we bij hoogwater dicht met zogeheten schotbalken.” In Limburg zijn 126 van zulke coupures.