De VNG kan zich grotendeels vinden in de aanpak van de woningbouw die minister De Jonge (VRO) voorstaat, maar wil er wel voor waken dat het model niet te top-down wordt. De samenwerkende gemeenten in de regio’s zijn als eerste aan zet. Daar worden de plannen voor woningbouw en herstructurering ontwikkeld.
De VNG heeft in een eerste gesprek met de minister een indruk gekregen van zijn conceptprogramma voor de woningbouw. In een brief heeft de VNG vervolgens bij de minister aandacht gevraagd voor de regie op de woningbouw.
Een belangrijk punt daarbij is dat de realisatie van woningbouwprogramma’s een samenspel is tussen lokale overheden, corporaties en marktpartijen. Daarbij komt het nodige kijken: een sluitende begroting maken voor een woningbouwplan, beleid dat woningbouw belemmert (geluidsregels, stikstofruimte, contourenbeleid van de provincie), samenhang met infrastructuur, beschikbare ruimte, samenwerking met partijen die de bouwgrond in handen hebben, enzovoort. Zulke factoren maken dat plannen niet worden gerealiseerd in het gewenste tempo of volgens de afgesproken condities. Dit zijn de onderwerpen die de VNG de komende periode in het gesprek met provincies en rijk aan de orde willen stellen.
De minister zal naar verwachting in maart zijn Nationale Woon- en Bouwagenda en het Programma Woningbouw naar de Kamer sturen.