29 april 2024
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is een ‘gesloten ruimte’ de hoofdlijn voor op- en overslag van stuifgevoelige stoffen en activiteiten en het bewerken van metaal, steen, hout, rubber en kunststof. Voor vervallen uitzonderingen en voorwaarden geldt een overgangsrecht van 2 jaar. Dit geeft het bevoegd gezag de tijd om voor lokale situaties te beoordelen of maatwerk nodig is.
Situatie onder het Activiteitenbesluit
Onder het Activiteitenbesluit moest het opslaan en mengen van niet-bevochtigbare goederen (stuifklasse S1 en S3) in een gesloten ruimte. Dit was geregeld in artikel 3.38 van het Activiteitenbesluit. Voor het opslaan van bevochtigbare goederen (S2 en S4) gold een uitzondering: dit mocht buiten.
Ook voor bewerken van materialen stonden er diverse uitzonderingen in het Activiteitenbesluit. Zo moest het bewerken van metaal en steen binnen, tenzij het te bewerken object te groot was. Bij bewerken van rubber, kunststof en hout/kurk stonden voorschriften die golden bij binnen werken, maar er was geen verplichting om binnen te werken.
Bal: hoofdlijn is gesloten ruimte – uitzonderingen regelen via maatwerk
Onder de Omgevingswet is ervoor gekozen om alleen de hoofdlijn in algemene regels te zetten. De gedachte hierachter is dat uitzonderingen en voorwaarden die in het Activiteitenbesluit stonden, onder de Omgevingswet via maatwerk geregeld kunnen worden. Het bevoegd gezag kan dan de lokale situatie beoordelen.
De hoofdlijn voor het beperken van diffuse emissies is een gesloten ruimte. Die geldt voor het bewerken van diverse materialen en steen en voor op- en overslag van goederen in de stuifklassen S1, S2, S3 en S4. Maar dit wil niet zeggen dat dit voor alle bedrijven nodig of haalbaar is. Daarom zit er maatwerkruimte in het Bal. Met deze maatwerkruimte kan het bevoegd gezag een lokale afweging maken. Het kan afwijken van de regels voor diffuse emissie van het Bal met voorschriften die beter passen bij de lokale situatie.
Zo kan het zijn dat de kosten van een gesloten ruimte niet proportioneel zijn en dat er andere maatregelen mogelijk zijn om de leefomgeving en de gezondheid van mensen te beschermen. Een voorbeeld van een alternatieve maatregel is het nathouden van bevochtigbare stuifgevoelige goederen.
Overgangsrecht
Voor vervallen uitzonderingen en voorwaarden geldt 2 jaar overgangsrecht. Een bedrijf dat onder het Activiteitenbesluit onder een uitzondering of voorwaarde viel en geen gesloten ruimte heeft, is dus niet meteen in overtreding. De periode van 2 jaar geeft het bedrijf de tijd om maatwerk aan te vragen. Ook geeft het de tijd aan het bevoegd gezag om de maatwerkaanvraag te beoordelen en een maatwerkbesluit of vergunningvoorschrift op te stellen. Op de website van het IPLO vindt u tabellen met artikelen van het Activiteitenbesluit waarvoor het overgangsrecht geldt.
Ook kan het zijn dat er voor een bedrijf onder het Activiteitenbesluit een maatwerkbesluit of een vergunningvoorschrift gold. In dat geval blijft dit voorschrift gelden onder de Omgevingswet. Bij strijd met de regels van het Bal gelden de oude voorschriften. Behalve in de zeldzame gevallen dat het Bal maatwerk expliciet verbiedt. De gedachte hierachter is dat het bevoegd gezag al een lokale afweging heeft gemaakt en deze in een voorschrift heeft vastgelegd. Het bevoegd gezag hoeft die afweging dan niet opnieuw te maken.