Staalconcern Tata Steel gaat in Nederland bij zijn staalproductie overstappen op aardgas en uiteindelijk op waterstof. Daarmee kan net zo goed staal gemaakt worden als met kolen, maar het zorgt voor minder uitstoot van CO2 en fijnstof. Een eerder plan om CO2 op te slaan in de Noordzee is van tafel.
Het duurt waarschijnlijk wel nog tot 2030 voor het hoogovencomplex in IJmuiden deels op gas of waterstof draait. Nu zijn er nog twee hoogovens die op kolen werken. Daarvan moet er dan nog een over zijn, die later kan worden gesloten. Of de fabrieken rond 2030 al op waterstof werken, kan Tata Steel nog niet zeggen. De beschikbaarheid van voldoende groene waterstof is op dit moment nog heel klein.
Ook veel andere zaken moeten nog worden uitgewerkt. Zo is nog niet bekend hoeveel geld er geïnvesteerd moet worden, hoeveel de CO2-uitstoot wordt teruggebracht en wat de stap precies betekent voor de werkgelegenheid. Er komt volgens het bedrijf veel voorbereiding bij kijken. Daarbij gaat het ook om het verkrijgen van subsidies en de benodigde vergunningen en het aanleggen van infrastructuur.
Tata Steel had al eerder uitgesproken om in 2030 een significante CO2-reductie te willen bereiken. Dat wilde de onderneming eerst doen door CO2 af te vangen en op te slaan. Nu kiest het bedrijf voor de inzet van DRI-technologie. Dat is een technologie waarmee ijzer en staal wordt gemaakt op basis van aardgas of waterstof, uitgevoerd in combinatie met een of meer elektrische ovens.
Directievoorzitter Hans van den Berg van Tata Steel Nederland spreekt van een radicale koerswijziging. “Dat doen we niet alleen omdat dit goed is voor het klimaat, maar juist ook omdat deze oplossing ook het beste is voor de omgeving.” Door vervuiling van de omgeving is de aanwezigheid van Tata Steel in het door duingebied omgeven IJmuiden al langer omstreden. Er lopen ook juridische procedures met klagende omwonenden. “Binnen acht jaar ziet het er hier heel anders uit. Minder schoorstenen en andere installaties”, voorspelt Van den Berg.